DETAIL NT2 100

Detail (winkel)
Wat bedoelen we daar nu mee?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ANT2+PraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Detail (winkel)
Wat bedoelen we daar nu mee?

Slide 1 - Diapositive

Detailhandel:
De detailhandel zijn winkels die producten verkopen aan consumenten.

Wat zijn producten?
Wat zijn consumenten?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

wat kocht de mevrouw in de supermarkt?

Slide 4 - Carte mentale

Wat hoort NIET bij de detailhandel?
A
Supermarkt
B
telefoonzaak
C
Kledingwinkel
D
school

Slide 5 - Quiz

De Kassa

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat moest ze als eerste tegen de klant zeggen?
A
niks
B
goedemiddag
C
hoi
D
he

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Wat ging er niet goed?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Vidéo

dus hoe praat je als eerste met een klant?
A
begroeten en aandacht geven
B
alleen hoi zeggen

Slide 12 - Quiz

En wat als je de klant NIET leuk vindt?

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Vidéo

We lezen nu de tekst: uitleg over de kassa

Slide 15 - Diapositive

Je kunt ook werken in een kledingzaak, dat is ook de detailhandel.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

welke taken kun je allemaal hebben als je in een kledingzaak werkt.

Slide 19 - Carte mentale

we lezen nu de tekst KLEDING KOPEN

en maken de vragen.
Ben je al snel klaar maak dan ook de vragen over de markt.

Slide 20 - Diapositive

samen nakijken

Slide 21 - Diapositive

Ten slotte kijken we naar onze woordenlijst. 
Welke woorden horen er deze keer bij? 
Vul ze maar in.

Slide 22 - Diapositive