2KGB 4.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welkom!

Jas uit

Tas van tafel

Spullen op tafel

Telefoon weg

Agenda

* Planning komende lessen

* Leerdoelen vandaag

* Uitleg 4.2 & opdrachten

* Leerdoelen checken

Planning komende lessen

10 mei	4.2
16 mei	4.3
18 mei	4.3
23 & 25 mei	projectweek

Leerdoelen van deze les

• Aan het eind van de les weet ik wat een ondernemer is
  
• Aan het eind van de les weet ik wat concurrenten zijn
  
• Aan het eind van de les kan ik de winst berekenen
  
• Aan het eind van de les weet ik wanneer een bedrijf verlies maakt
  

Banketbakkerij 2kgB

Ondernemer --> iemand die met een eigen bedrijf in komen verdient

Maar, er zijn andere bedrijven!

Concurrenten!

Aan de slag!

Maak opdracht 22 en 26

Werk met je buurman/buurvrouw

Lees eerst de vraag voordat je antwoord geeft

Vragen? Eerst buurman/buurvrouw, daarna docent

Klaar? Lees ''Waarmee kun je produceren'' op blz. 102

Productiefactoren --> alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren

Natuur alles wat de natuur levert, zoals grondstoffen, zonlicht en water

Arbeid  al het werk dat mensen doen

Kapitaal geld waarmee je hulpmiddelen koopt

Kapitaal geld waarmee je hulpmiddelen koopt

Voorbeeld: gereedschap, gebouwen, machines

Kapitaalgoederen

Investeren

Opdracht 25 samen blz 103

1. Idee
2.  Productiefactoren (aarde, zaadjes, water)
3.  Investering
4.  Winst

Winst en verlies

• Opbrengst
• Kosten
• Winst of verlies
• Opbrengsten groter dan kosten? WINST :)
• Kosten hoger dan opbrengsten? verlies :(
• 
  
• Winst = opbrengsten - kosten

Opdracht 29 samen blz 104

• Je verkoopt fruit op de markt. Vandaag is je opbrengst €772. De totale kosten zijn €489. Bereken jouw winst
• winst = opbrengsten - kosten
• €772 - €489 = €283

Aan de slag!

Maak opdracht 31 en 32

Werk met je buurman/buurvrouw

Lees eerst de vraag voordat je antwoord geeft

Vragen? Eerst buurman/buurvrouw, daarna docent

Klaar? Laten controleren door docent

Leerdoelen check

• Aan het eind van de les weet ik wat een ondernemer is
  
• Aan het eind van de les weet ik wat concurrenten zijn
  
• Aan het eind van de les kan ik de winst berekenen
  
• Aan het eind van de les weet ik wanneer een bedrijf verlies maakt