H2 Straf Les 6

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

WW Basis Deel 2 

H2 Straf

les 6

Vandaag

1. Afronden hoofdstuk 2 Straf

2. LVB-controle

3. Uitleg PO Straf

Huiswerkbespreking

Leerwerk:

Lezen bron 10 + 11

Maakwerk:

Maken 25 t/m 27

Opdr. 25a, p. 43

Zie POLL volgende slide

Verhalen (uit de bijbel) over het karakter van God maken iets duidelijk..

over God

over zowel God als de schrijvers

over degenen die deze verhalen schreven

Opdr. 25b, p. 43

• God gaat over leven en dood > mensen menen over leven en dood te mogen beschikken
• God straft ook weleens heel erg fel (disproportioneel) > mensen menen ook heel fel (disproportioneel) te mogen straffen

Opdr. 26a, p. 43

• Uit de woorden: 'jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Oog om oog en tand om tand.' (Vergelijk bron 9).

Opdr. 26b, p. 43

• Met de woorden 'Maar ik zeg jullie' komt een tegengeluid geen kwaad met kwaad te vergelden, zelfs de andere wang voor te houden. 

Opdr. 27, p. 43

Zie WOORDWEB volgende slide

Wat vind je ervan
om als iemand je slaat
deze persoon dan
de andere wang
toe te keren?

Opdr. 27(vervolg), p. 43

Wat als je criminaliteit en geweld niet bestraft? Ontwricht je daarmee niet de samenleving? Zou een schoolklas nog functioneren als wangedrag niet bestraft werd? Zouden daar niet heel veel welwillende leerlingen ook last van hebben? Vandaar de vraag: Is het wel moreel verantwoord? 

Nu werken aan:  

• Opdr. 28 t/m 31
  

Klaar?

• Werken aan de LVB-opdrachten
• Vooruitlezen PO #STRAF!

PS: muziek luisteren is toegestaan 

Opdr.28, p.44

1. Gelijkheidsbeginsel

Vroeger konden rijken straf afkopen. Ze kwamen dus onder straf uit omdat ze veel geld hadden, terwijl andere, armere mensen wreed gestraft werden.

Ook oordeelde rechters niet op basis van een wet of regel die de straf bepaalde maar op basis van wat goed leek, volgens hen. Er was dus sprake van willekeur.

Opdr.28

2. Legaliteitsbeginsel

De rechter gebruikte vroeger verschillende bronnen: Romeins recht, kerkelijk recht maar ook het ongeschreven gewoonterecht. De rechter kon dus straffen op basis van het ongeschreven gewoonterecht en daar vervolgens ook nog eens willekeurig de strafmaat vaststellen.

Opdr.28

3. Beginsel van burgerrechten

Vroeger was marteling een manier om bekentenissen af te dwingen. Straffen waren wreed, pijnlijk, en niet in verhouding tot de ernst van het misdrijf.

Opdr.30, p45

Zie VRAAG volgende slide

Opdr. 30
Op wie richt zich die boosheid en waar komt die vandaan?

PO #straf! 

Onderwijsportalen --> Studiewijzer --> Bronnen