Herhaling soorten stoffen en bindingen (Havo 4 hoofdstuk 4)

Herhaling soorten stoffen en bindingen (Havo 4 hoofdstuk 4)
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhaling soorten stoffen en bindingen (Havo 4 hoofdstuk 4)

Slide 1 - Diapositive

3 soorten stoffen
Metalen: de formule bestaat alleen uit metaalatomen

Moleculaire stoffen: de formule bestaat alleen uit niet-metaalatomen

Zouten: een combi van metaalatomen en niet-metaalatomen

Slide 2 - Diapositive

Sleep de formules naar de juiste soort stof
Moleculaire stof
Zout
Metaal
N2O4
Fe2O3
O2
Fe

Slide 3 - Question de remorquage

Hoe heet de binding die hiernaast is aangegeven met de pijl?

Slide 4 - Question ouverte

Vanderwaalsbinding
Alle moleculen trekken elkaar aan met de vanderwaalsbinding.

We noemen dit ook wel de molecuulbinding.

Hoe groter de molecuulmassa (en contactoppervlak)
hoe sterker de vanderwaalsbinding.

Slide 5 - Diapositive

Welke binding verbreek
je tijdens het koken van
een moleculaire stof?
A
atoombinding
B
vanderwaalsbinding
C
vanderwaalsbinding én atoombinding

Slide 6 - Quiz

Hoe groter de molecuulmassa hoe ___(1)___ de vanderwaalsbinding en hoe ___(2)____ het kookpunt
A
(1) sterker / (2) lager
B
(1) sterker / (2) hoger
C
(1) zwakker / (2) lager
D
(1) zwakker / (2) hoger

Slide 7 - Quiz

Waterstofbruggen
OH-groepen en NH-groepen kunnen waterstofbruggen (H-bruggen) vormen.

Alleen tussen OH-groepen en/of NH-groepen. 
Nooit bij CH-groepen!

Slide 8 - Diapositive


Wat zijn de juiste waterstofbruggen?
A
A en B
B
A en C
C
B en C
D
Zowel in A, B als C

Slide 9 - Quiz

Gevolgen van waterstofbruggen
  • H-bruggen sterker dan vanderwaalsbinding
  • Aanwezig tussen de moleculen náást vanderwaalsbinding
  • Zorgen voor oplosbaarheid in water: hydrofiele stoffen
  • Geen H-bruggen mogelijk? Dan juist hydrofobe stoffen
  • Hydrofiel mengt met hydrofiel
  • Hydrofoob mengt met hydrofoob

Slide 10 - Diapositive

Waaruit bestaat een metaalbinding?
A
Vrije ionen
B
Positieve ionen
C
Vrije elektronen
D
Vrije atomen

Slide 11 - Quiz

Metaalbinding: stroomgeleiding
-
-
-
-
De 'vrije elektronen' worden doorgegeven 

Slide 12 - Diapositive

Metalen vervormen
De metaalatomen kunnen goed schuiven door vrije elektronen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Legeringen: verandering in het metaalrooster
Metaalrooster vervormt door grotere of kleinere atomen erbij.
De atomen kunnen niet zo gemakkelijk langs elkaar bewegen.
De legering wordt harder dan het zuivere metaal.

Slide 15 - Diapositive

Zouten bestaan uit ionen
Combinatie van:
  • positieve metaalionen
  • negatieve niet-metaalionen

Vast zout: ionen om-en-om in een ionrooster met tussen de ionen  zeer sterke ionbinding

Slide 16 - Diapositive

Zout is niet vervormbaar
Het patroon van het rooster verandert wanneer een zout gebogen wordt. Daarom is een zout niet buigbaar.

+ ionen naast +ionen
- ionen naast - ionen
dus afstoting tussen de ionen!

Slide 17 - Diapositive

Stroomgeleiding van zouten
Kan alleen als je vrije ionen hebt:
(s) geen geleiding: ionen in rooster

(l) wel geleiding:
ionen bewegen langs elkaar

(aq) wel geleiding:
ionen bewegen vrij in het water


Oplossen van een zout in water:

Slide 18 - Diapositive

stroomgeleiding, wel of niet?
geleidt als vaste stof
geleidt nooit
geleidt als opgelost
geleidt als vloeibaar

Slide 19 - Question de remorquage

Welke deeltjes zorgen in een metaal voor stroomgeleiding?
(antwoord bestaat uit twee woorden!)

Slide 20 - Question ouverte

Welke deeltjes zorgen in een opgelost zout voor stroomgeleiding?
(antwoord bestaat uit twee woorden!)

Slide 21 - Question ouverte