Zinsontleding en meewerkend voorwerp

Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is
mv staat alleen in zinnen met een lijdend voorwerp.

Voor het mv staat 'aan' of je kan 'aan' er voor denken. 
Bijvoorbeeld: 
ik geef oma een kus. 







1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is
mv staat alleen in zinnen met een lijdend voorwerp.

Voor het mv staat 'aan' of je kan 'aan' er voor denken. 
Bijvoorbeeld: 
ik geef oma een kus. 







Slide 1 - Diapositive

Stel deze vraag:
Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Het antwoord op deze vraag = meewerkend voorwerp.

Bijvoorbeeld: 
Ik geef oma een kus.
Aan wie geef ik een kus? oma.

Slide 2 - Diapositive

"Martijn had een tien voor zinsontleding."

In de bovenstaande zin is "Martijn" het onderwerp.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 3 - Quiz

Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Mijn broer 
heeft
gisteren
100 euro
gewonnen.

Slide 4 - Question de remorquage

Zinsontleding
pv
ow
Soms 
geven
volwassen dieren
ziektes
door
aan hun jongen

Slide 5 - Question de remorquage

meewerkend voorwerp
Haar moeder
een lange preek.
gaf
haar

Slide 6 - Question de remorquage

meewerkend voorwerp
Het meisje
elke dag
brengt
haar paard
hooi.

Slide 7 - Question de remorquage

Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 8 - Question de remorquage

Mijn broer timmert zijn eigen tafel
Ik zag jou.
De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen
Heeft hij hun geschreven?
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 9 - Question de remorquage

meewerkend voorwerp
Mijn iPad
heb
ik
het tweede uur
aan Joey
uitgeleend.

Slide 10 - Question de remorquage

Ik help hem.
Wij geven jullie iets.
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 11 - Question de remorquage

Huiswerk voor morgen
Maak opdracht 4, 5 en 6 blz. 170 

Klaar? Ga iets voor jezelf doen. 

Slide 12 - Diapositive