1.2 Fasen en fasenveranderingen

1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Moleculen en atomen
Even wat info vooraf. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

deeltjesmodel






Vast (s)                         Vloeibaar (l)                         Gas (g)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Het deeltjesmodel: afspraken
– Iedere stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, meestal moleculen genoemd. 
– Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 
– Moleculen bewegen voortdurend en de snelheid van bewegen hangt af van de temperatuur. 
– Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Verklaar de gebeurtenis uit het filmpje met het deeltjesmodel
A
de moleculen van een stof veranderen niet
B
de moleculen van een stof bewegen
C
de moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 11 - Quiz

aan de slag
Bekijk het volgende filmpje van het deeltjesmodel zelfstandig en maak daarna opdracht 24 tm 27.

Klaar? Ga aan het werk voor een ander vak.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Maak nu: 
Opdracht 24 tm 27. 

Klaar? Heb je nog werk van andere vakken?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Fasedriehoek

Slide 19 - Diapositive

Fase-overgangen
Verandering van de ene fase naar de andere fase:
  • vloeibaar naar vast = bevriezen (bij andere stoffen:stollen
  • vast naar vloeibaar =  smelten 
  • vloeibaar naar gasvormig (damp) = verdampen 
  • gasvormig naar vloeibaar = condenseren
  • vast naar gas = vervluchtigen 
  • gas naar vast = rijpen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Water, waterdamp en ijs
Water (H2O) komt voor in drie toestanden:
  1. Vast (sneeuw en ijs)
  2. Vloeibaar (water)
  3. Gasvormig (waterdamp)

Elke dag gaan er grote hoeveelheden water van de ene toestand in de andere.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)
Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Met het deeltjesmodel kun je de faseovergangen verklaren.

Wat is het belangrijkste verschil tussen de moleculen in een vloeistof en in een gas?

A
In een vloeistof hebben de moleculen een vaste plaats.
B
In een vloeistof zitten de moleculen dichter op elkaar
C
In een vloeistof zijn de moleculen groter.
D
In een vloeistof zijn de moleculen kleiner.

Slide 27 - Quiz

A is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 28 - Quiz

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 29 - Quiz

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 30 - Quiz

Aan de slag
We maken nu paragraaf 2 af. 

Lees de tekst, maak de opdrachten. 

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo