3.5 - Bacteriën (1BK)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welkom!

Zitten op je eigen plek

Telefoon op stil en in je tas

Chromebook dicht, schrift op tafel

Biologie

Ordening

Ordening

3.1 - Organismen ordenen

3.2 - Dieren

3.3 - Planten

3.4 - Schimmels

3.5 - Bacteriën

3.6 - Onderzoek doen

3.7 - Organismen indelen

Thema 3 - Ordening

Basis/Kader 1

Doelen van de vorige les

Je kunt de bouw en voortplanting van schimmels beschrijven

Je kunt gevaren en gebruik van schimmels noemen

Doelen van deze les

Je kunt de bouw en voortplanting van bacteriën beschrijven

Je kunt gevaren en gebruik van bacteriën noemen

Bacteriën

- Bacteriën: zijn eencellige organismen

- Bacteriën hebben een celwand

Wat hebben bacteriën niet?

Voortplanting

Bacteriën planten zich voort door celdeling, ze maken een kopie van zichzelf.

Dit kan héél snel, sommige bacteriën delen elk half uur!

Bacteriën kunnen zich

voortplanten door te 

delen

bacteriën

vermenigvuldigen door:

 delen, groeien, delen, groeien, delen, groeien, delen............

Oefening

Een bacterie deelt zich elke 30 minuten. Ik begin met 1 bacterie. 

a. Hoeveel heb ik na 30 minuten?

b. Hoeveel heb ik na een uur? (Tip: hoeveel minuten is dat?)

c. Hoeveel heb ik na 2 uur?

d. Hoeveel heb ik na 3 uur?

Bacteriën

2 soorten bacteriën:

- Nuttige bacteriën: goed voor je

- Schadelijke bacteriën: slecht voor je

Nuttig of schadelijk

Nuttige bacteriën ruimen resten van dode organismen op, helpen je voedsel verteren, beschermen je tegen slechte bacteriën of kunnen bepaald eten maken

Schadelijke bacteriën bederven voedsel of kunnen je ziek maken.

Schadelijke bacteriën

Bacteriën eten dode resten -> ons voedsel is dat ook

Van (veel) bacteriën eten kan je ziek worden

Bij dokter antibioticum -> Antibioticum dood de schadelijke bacteriën.

Voorbeeld: penicilline

Nuttige bacteriën

Sommige bacteriën gebruikt om ons eten te maken: yoghurt, zuurkool

Bacteriën ruimen dode natuur op (blaadjes, dode dieren)

Vragen?

Aan het werk

Maken: Paragraaf 3.5 - 1 t/m 4 en 6 t/m 8

Extra opdracht: Blooket

Maak vragen die gebruikt kunnen worden in Blooket. Je kan dit doen:

- Op papier

- In word/kladblok op je chromebook

- In Blooket zelf

Hoe moet een vraag er uit zien?

Begin met de vraag

Daaronder 3 of 4 mogelijke antwoorden (A, B, C, D)

Voorbeeld:

Wat is een steen?

A. Levend

B. Dood

C. Levenloos