h2 7.5 standaardvorm

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

7.5 standaardvorm

Ga rustig zitten op je plek.

Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.

Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

1 maart

 Programma                           

• Start
• Terugblik
• Lesdoel
• Uitleg 
• Aan de slag
• Afsluiting

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..

.. weet je wat een standaardvorm is en hoe je ermee kunt werken.

Vragen over het huiswerk?

Wetenschappelijke notatie (of standaardvorm)

10 = 10

100 = 10²                               

1000 = 10³

Wetenschappelijke notatie (of standaardvorm)

10 = 10

100 = 10²                               

1000 = 10³

Zo is: 

6000=6⋅1000=6⋅10​3​​

546=5,46⋅10​2​​

Wetenschappelijke notatie (of standaardvorm)

10 = 10

100 = 10²                               

1000 = 10³

Zo is: 

6000=6⋅1000=6⋅10​3​​

546=5,46⋅10​2​​

a⋅10​n​​

Wetenschappelijke notatie (of standaardvorm)

500 000 =

20 000 000 =

250 000 =

9 080 000 =

180 000 000 =

Aan de slag

Maak 

Opgave: 39 t/m 45

Tussenstap zoals in boek hoeft niet!

Nakijken en verbeteren.

Afsluitende opgave

Thomas heeft 600 euro op zijn spaarrekening staan tegen een vaste rente per jaar van 1,2%. Maak de formule waarmee je het bedrag B in euro's kunt berekenen dat hij na t jaar op zijn spaarrekening heeft staan.

Afsluitende opgave

Thomas heeft 600 euro op zijn spaarrekening staan tegen een vaste rente per jaar van 1,2%. Maak de formule waarmee je het bedrag B in euro's kunt berekenen dat hij na t jaar op zijn spaarrekening heeft staan.

Afsluiting

Beantwoord de volgende drie vragen!

3 dingen die je tijdens de les geleerd hebt

2 vragen die je nog wilt stellen

1 ding die je mij als docent wil meegeven

Uitleg van afgelopen lessen!

Percentage bekend (deel berekenen)

Een percentage kun je ook schrijven als een decimaal getal (factor).

Bijvoorbeeld:  80% = 0,8      2% = 0,02       12,5% = 0,125

factor = percentage : 100

NIEUW = factor x OUD

OUD = NIEUW : factor

factor = NIEUW : OUD

Percentage bekend (toename/afname)

Toename van 2% 

100% + 2% = 102%

factor = 1,02

DUS bij een toename is de factor altijd groter dan 1!

Afname van 2% 

100% - 2% = 98%

factor = 0,92

DUS bij een afname is de factor altijd kleiner dan 1!

Vermenigvuldigingspunt

4 x 6 = 24

Het keerteken vervangen we bij formules met letters door een punt.

4⋅6=24

Exponetiële formule

Na 3 jaar zou je ook kunnen berekenen op de volgende manier:  

16000 x 0,75 x 0,75 x 0,75 = 6750

16000 x 0,75³ = 6750

Beginhoeveelheid = groeifactor

Algemene vorm:

tijd

h=b⋅g​t​​

Groeifactor

De groeifactor zegt iets over het verloop van de grafiek bij een exponentiel verband.

Als g < 1, dan is de grafiek dalend.

Als g = 1, dan is de grafiek constand.

Als g > 1, dan is de grafiek stijgend.