V1Y 18-11-2021 Lijdend voorwerp

Nederlands
V1Y  |  18 november 2021
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
V1Y  |  18 november 2021

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Hoe vind je het lijdend voorwerp van een zin?

Programma
  • Agenda
  • Uitleg: Lijdend voorwerp
  • Huiswerk nakijken
  • Verder met opdrachten Grammatica zinsdelen

Slide 2 - Diapositive

Agenda

dinsdag 21 december, 8e uur
Boekopdracht 2

Slide 3 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met een 'lijdend voorwerp'?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?
Ik heb gisteren een koekje gegeten.
A
Ik
B
heb gegeten
C
gisteren
D
een koekje

Slide 5 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?
Het lijdend voorwerp is een persoon die iets overkomt of een voorwerp dat iets ondergaat in een zin.
  • Morgen ga ik de directeur bellen.
  • Ik heb gisteren een koekje gegeten.

Slide 6 - Diapositive

Wat is het lijdend voorwerp?
Het lijdend voorwerp is een persoon die iets overkomt of een voorwerp dat iets ondergaat in een zin.
  • Morgen ga ik de directeur bellen.
  • Ik heb gisteren een koekje gegeten.
 
Je kunt het lijdend voorwerp vervangen door iets of iemand.
  • Morgen ga ik iemand bellen.
  • Ik heb gisteren iets gegeten.

Slide 7 - Diapositive

Wat is het lijdend voorwerp?
Het lijdend voorwerp is een persoon die iets overkomt of een voorwerp dat iets ondergaat in een zin.
  • Morgen ga ik de directeur bellen.
  • Ik heb gisteren een koekje gegeten.
 
Je kunt het lijdend voorwerp vervangen door iets of iemand.
  • Morgen ga ik iemand bellen.
  • Ik heb gisteren iets gegeten.

Let op: het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (in, op, naast, boven, enzovoorts).

Slide 8 - Diapositive

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Zoek eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.

Slide 9 - Diapositive

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Zoek eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.

Stel de vraag: Wat / Wie + wg + o?
Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp.

Slide 10 - Diapositive

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Zoek eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.

Stel de vraag: Wat / Wie + wg + o?
Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp.

Slide 11 - Diapositive

Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Zoek eerst het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp.

Stel de vraag: Wat / Wie + wg + o?
Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp.

Niet in elke zin staat een lijdend voorwerp!

Slide 12 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?
Ruben Nicolai presenteert elke vrijdag het programma The Masked Singer.

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Ruben Nicolai presenteert elke vrijdag het programma The Masked Singer.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het onderwerp?
Ruben Nicolai presenteert elke vrijdag het programma The Masked Singer.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?
Ruben Nicolai presenteert elke vrijdag het programma The Masked Singer.

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm?
De tennisbal is volgens mij in de vijver gevallen.

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De tennisbal is volgens mij in de vijver gevallen.

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het onderwerp?
De tennisbal is volgens mij in de vijver gevallen.

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp?
De tennisbal is volgens mij in de vijver gevallen.

Slide 20 - Question ouverte

Huiswerk (dinsdag)

maak in je boek:
paragraaf 2.7, opdracht 1

maak online:
paragraaf 2.7, opdracht 3 t/m 6

Slide 21 - Diapositive

Nakijken: opdracht 1

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk voor morgen (3e uur)

maak online: paragraaf 2.7, opdracht 8 en 9
maak in je boek (p. 115-116): paragraaf 2.7, opdracht 11 en 12


Vind je het lv lastig? Maak dan ook opdracht 10 om te oefenen!
Snel klaar? Maak dan opdracht 15.

Slide 23 - Diapositive