Afronding Martialis

Martialis
Behandeling van de epigrammen


1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Martialis
Behandeling van de epigrammen


Slide 1 - Diapositive

Vooraf:
Zorg dat de volgende dingen klaar liggen:

- De Latijnse teksten
- Je schrift met daarin je vertalingen
- een pen/potlood om aantekeningen te maken

Zet de aantekeningen direct in je schrift/boekje! 

Slide 2 - Diapositive

Wat is een epigram?
Een epigram (puntdicht, sneldicht) is een kort en bondig gedicht met een woordspeling of pointe.

Er zit vaak een 'grap' in een epigram. Voor ons is het soms moeilijk om die grap eruit te halen. In de lessonups behandelen we dat.

Noteer de pointe goed in je aantekeningen!

Slide 3 - Diapositive

Een verkouden collega
Quid °recitaturus °circumdas °vellera collo? 
Conveniunt nostris °auribus ista magis.

Waarom doe je wollen sjaals om je nek, zullende voordragen/als je voordraagt? 
Die komen onze oren meer van pas!

Collum
Collum = nek. Makkelijk te onthouden door de coltrui!

Slide 4 - Diapositive

Wat voor vorm is recitaturus?

Slide 5 - Question ouverte

PFA
Woorden die eindigen op -turus/-tura/-turum zijn een PFA: participium futurum actief. 

Je mag dit op drie manieren vertalen:
- zullende roepen
- van plan om te roepen
- om te roepen

Staat er esse bij? Dan is het een inf fut A (vocaturus esse = te zullen roepen)

Slide 6 - Diapositive

Leg in je eigen woorden de pointe van dit gedicht uit

Slide 7 - Question ouverte

Een hoestende bruid
Petit Gemellus °nuptias Maronillae 
et cupit et instat et precatur et donat.
Adeone pulchra est? °Immo °foedius °nil est. 
Quid ergo in illa petitur et placet? °Tussit.

Gemellus verlangt/streeft naar een huwelijk met Maronilla 
en hij wenst het en hij staat erop en hij smeekt erom en hij geeft cadeaus.
Is zij zo mooi? Integendeel, niets is lelijker.
Waarom  verlangt hij dus naar haar en bevalt zij hem? Zij hoest.

Adeone
Het woord adeone zit als volgt in elkaar:
adeo = zo(zeer)
ne erachter = vraagwoord, geeft aan dat dit een vraagzin is
Quid
Quid betekent meestal: 
1. Wat?
2. Waarom?

Slide 8 - Diapositive

Wat voor vorm is foedius?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom wil Gemellus zo graag trouwen met iemand die zo lelijk is?

Slide 10 - Question ouverte

Een oude bruid
Nubere Paula cupit nobis, ego ducere Paulam
nolo: anus est. Vellem, si magis esset anus.

Paula wil met ons/mij trouwen, (maar) ik wil niet 
met Paula trouwen: zij is een oude vrouw. Ik zou het willen, als ze een oudere vrouw zou zijn.

nobis
Pluralis majestatis (uit Latijn: pluralis maiestatis, letterlijk meervoud van verhevenheid; ook: majesteitsmeervoud of koninklijk meervoud) is het gebruik van het meervoud terwijl men naar zichzelf verwijst, dus in plaats van "ik", om de eigen belangrijkheid te benadrukken.

Slide 11 - Diapositive

Hoe is de coni (vellem en esset) in deze zin gebruikt?
A
Qui + coni
B
Coni adhortativus
C
Irrealis van het heden
D
Irrealis van het verleden

Slide 12 - Quiz

De pointe

De grap is vergelijkbaar met het vorige gedicht: Paula is weliswaar oud, maar nog niet zo oud dat de erfenis snel in beeld is. Om die reden wil Martialis dus nog niet met haar trouwen.

Slide 13 - Diapositive

Een alcoholiste
°Hesterno °fetere °mero qui credit Acerram,
fallitur: °in °lucem semper Acerra bibit.

Hij die gelooft dat Acerra stinkt naar de wijn van gisteren,
Wordt bedrogen: Acerra drinkt altijd totdat het licht is.

Pointe
Acerra heeft kennelijk de hele avond en nacht doorgedronken. Zij stinkt dus niet naar de wijn van gisteren, maar van deze nacht/ochtend

Slide 14 - Diapositive

Welke vertaling van fallitur zou ook mooi passen (inhoudelijk)
A
Is verborgen
B
Vergist zich

Slide 15 - Quiz

Een blinde man
‘°Thaida Quintus amat.’ ‘Quam Thaida?’ ‘Thaida °luscam.’ 
 Unum oculum Thais non habet, °ille °duos.

'Quintus houdt van Thais.' 'Welke Thais?' 'De eenogige Thais.'
Thais heeft één oog niet, hij [heeft er] twee [niet].

Slide 16 - Diapositive

Quintus heeft volgens dit gedicht beide ogen niet. Is dit letterlijk of figuurlijk bedoeld?
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 17 - Quiz

Clou
Dat is inderdaad figuurlijk bedoeld. Hoe kan Quintus nou vallen op een éénogige vrouw? Dan moet hij zelf wel 'stekeblind' zijn. 

Of: verblind door de liefde!

Slide 18 - Diapositive

Thais had één oog én een slecht gebit
Thais habet nigros, niveos Laecania dentes. 
Quae °ratio est? Emptos haec habet, illa suos.

Thais heeft zwarte [tanden], Laecania heeft witte tanden.
Wat is de reden? Deze heeft gekochte, die heeft haar eigen.

Slide 19 - Diapositive

Wie is illa (die haar eigen tanden heeft)?
A
Laecania
B
Thais

Slide 20 - Quiz

Zeven dode mannen
Inscripsit °tumulis septem scelerata virorum 
"se fecisse" Chloe. Quid °pote °simplicius?

De misdadige Chloë heeft een inscriptie gemaakt op de grafmonumenten van zeven mannen 'dat zij het gedaan heeft'. Wat is er mogelijk simpeler?

Slide 21 - Diapositive

Wat voor vorm is simplicius?
A
Superlativus bijwoord
B
Superlativus onzijdig
C
Comparativus bijwoord
D
Comparativus onzijdig

Slide 22 - Quiz

De grap
Cloë heeft kennelijk zeven mannen verloren. Dat is op zich verdacht. Op grafinscripties stond 'se fecisse' (ACI). Normaal wordt daarmee bedoeld: Chloë heeft een grafmonument GEMAAKT voor haar echtgenoot.

Nu wordt gespeeld met de dubbele lading van het woord facere: doen of maken. Oftewel: Chloë heeft het GEDAAN. Zij heeft al haar mannen zogenaamd vermoord.

Slide 23 - Diapositive

Ziek door kinderhandjes
°Languebam: sed tu comitatus °protinus ad me 
venisti centum, °Symmache, discipulis.
Centum me tetigere manus °Aquilone °gelatae
non habui °febrem, Symmache, nunc habeo.

Ik voelde me beroerd: maar jij, vergezeld door honderd leerlingen, bent 
meteen naar mij gekomen, Symmachus. 
Honderd handen, ijskoud door de Poolwind, hebben me aangeraakt.
Ik had geen koorts, Symmachus, nu heb ik het wel.

tetigere
Dit is een dichterlijke vorm. Het lijkt een infinitivus, maar eigenlijk is het een 3 mv perfectum actief. Je moet dus ook eigenlijk lezen: tetigerunt

Slide 24 - Diapositive

Wat is de clou van dit gedicht?

Slide 25 - Question ouverte

Wat voor naamval heeft manus in deze zin?
A
gen ev
B
nom mv
C
acc mv
D
dat ev

Slide 26 - Quiz

Zere ogen door collega Pontilianus
Cur non mitto meos tibi, Pontiliane, °libellos? 
Ne mihi tu mittas, Pontiliane, tuos.

Waar ik mijn boekjes niet aan jou stuur, Pontilianus?
Opdat jij de jouwe niet aan mij stuurt, Pontilianus

Pontiliane
De vorm Pontiliane is een vocativus, een aangesproken persoon. Je kunt die herkennen aan de -e als het woord volgens servus verbogen wordt.
Clou
Die gedichten van Pontilianus zijn niet om aan te horen/lezen

Slide 27 - Diapositive

Candidus' bezit
Praedia solus habes et solus, Candide, °nummos, 
aurea solus habes, °murrina solus habes,
°Massica solus habes et °Opimi °Caecuba solus, 
et cor solus habes, solus et ingenium. 
Omnia solus habes – hoc me puta velle negare!
uxorem sed habes, Candide, cum populo.

Je hebt landgoederen alleen/voor jezelf en je hebt munten voor jezelf, Candidus,
Je hebt goudstukken voor jezelf, je hebt servies van agaat voor jezelf,
Je hebt Massische wijnen voor jezelf en Caecubische wijnen van Opimus voor jezelf,
en je hebt je hart voor jezelf en je talent voor jezelf.
Je hebt alles voor jezelf - stel je voor dat ik dit wil ontkennen!
Maar je vrouw, Candidus, heb je (samen) met het volk.

Agaat

Slide 28 - Diapositive

Wat is de clou van dit gedicht?

Slide 29 - Question ouverte

Het lichaam van Chloë
Et °voltu poteram tuo carere 
et °collo manibusque °cruribusque 
et °mammis °natibusque °clunibusque, 
et, ne singula °persequi °laborem, 
tota te °poteram, Chloe, carere

Ik kon je gezicht missen
en je nek en je handen en je benen
en je borsten en je kont en je billen,
en, opdat ik niet zwoeg om de afzonderlijke dingen op te nomen,
ik kan je helemaal missen, Chloë.

Slide 30 - Diapositive

Laborem: wat voor vorm?
A
Acc ev
B
Coni 1 ev impf A
C
Coni 1 ev praes A
D
Indi 1 ev praes A

Slide 31 - Quiz

Wat voor vorm is persequi?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is de clou van dit gedicht?

Slide 33 - Question ouverte

Zo, je bent nu klaar 
Heb je nog vragen over de grammatica of over de inhoud? Stuur mij dan een berichtje via Teams. 
Verder oefenen met vertalen? Maak dan een SUL!

FIJNE VAKANTIE!

Slide 34 - Diapositive