Intolerantie: je lichaam kan een bepaald product niet goed verwerken, bv lactose-intolerantie
Allergie: Je lichaam heel heftig reageert op een bepaald product =, bv noten allergie
Kruisbesmetting kan ook gevaarlijk zijn voor gasten met voedselallergie
Slide 9 - Diapositive
16.2 Allergieën en dieetwensen.
het verschil tussen Allergie en Intolerantie?
Intolerantie: het lichaam kan bepaalde producten of stofjes niet goed verwerken.
Allergie: je krijgt een hevige reactie op een bepaald product op stof.
Slide 10 - Diapositive
16.2 Allergieën en dieetwensen.
Zwangere vrouwen hebben vaak ook bijzondere eetwensen, bepaalde producten eten ze NIET, omdat er bacteriën in kunnen zitten die schadelijk zij voor de baby.
bijvoorbeeld:
rauw of niet doorgebakken vlees
rauwe of gerookte vis
rauwe eieren
Dit ook gerechten waar deze producten in zitten.
Slide 11 - Diapositive
16.2 Allergieën en dieetwensen.
Soms willen gasten bepaalde producten niet eten, bijvoorbeeld omdat zij een dieet volgen of een bepaald geloof hebben.
Halal: islamitische mensen eten alleen blees dat volgens de regels van hun geloof is geslacht.
Vegetarisch: eten geen vlees, vis en gevogelte.
Veganistisch: eten geen dierlijke producten
Slide 12 - Diapositive
16.3 Ontbijten
Het ontbijt wordt de belangrijkste maaltijd van de dag genoemd.
Alle gegeten voedingsstoffen worden in de middag gebruikt worden door het lichaam.
voorbeelden voor het ontbijt: belegde broodjes, kwark, yoghurt, havermout, pannenkoekjes en vers fruit.
In veel ontbijtgerechten zitten allergenen, bv in brood zit altijd gluten
Slide 13 - Diapositive
16.4 voor bij de koffie
Nederlanders drinken veel koffie.
Bijvoorbeeld wanneer ze met een bekende bijpraten, een werkoverleg houden of als pauze.
Vaak willen ze hier "iets lekkers" bij, bv, koekje, gebak, cake of appelflap.
Bij mensen met een cafeïne allergie kun je decafé koffie aanbieden, hier is de cafeïne uitgehaald.
Slide 14 - Diapositive
16.5 Lunchen
Lunchen gebeurt vaak tussen 11.00 en 14.00
Mensen eten in de kantine van een bedrijf of gaan naar een lunchroom.
voorbeelden van lunchgerechten zijn: uitsmijter, belegde broodjes, salades en soepen.
Slide 15 - Diapositive
16.6 Borrelen
Als gasten genieten van een lekker drankje met een hapje dan noem je dat borrelen.
Dit gebeurt vaak tussen de lunch en diner, de gerechten staan dan vaak op de kleine kaart.
voorbeelden van borrelgerechten: bitterballen, kaasstengels, kaas en/of vlees plankjes of olijven.
Slide 16 - Diapositive
16.7 Voorgerechten
Een lekker voorgerecht is een perfecte start van een diner.
Een voorgerecht is vaak eetlust opwekkend.
Er zijn gasten die minder eten en alleen voorgerechten eten.
Probeer de gasten ook een voorgerecht te verkopen bv. carpaccio of stokbrood met kruidenboter.
Slide 17 - Diapositive
16.8 hoofdgerechten
Na het voorgerecht wordt het hoofdgerecht geserveerd.
Dit gerecht is het belangrijkste onderdeel van de maaltijd.
het hoofdgerecht vult namelijk meet dan een voorgerecht.
Er zitten meer producten met koolhydraten in bv. aardappelen, rijst of pasta.
Een vegetarisch hoofdgerecht bevat geen vlees of gevogelte.
Slide 18 - Diapositive
16.9 Nagerechten
Gasten nemen een nagerecht om hun maaltijd af te sluiten met iets lekkers.
een nagerecht is vaak zoet maar dat hoeft niet.
voorbeelden: kaasplankje, crème brûlée of brownie's.
Soms hebben gasten geen trek meer in in een dessert, je kunt deze gasten dan een kopje koffie of thee aanbieden in plaats van een dessert.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.