OP 2 - 218 - Week 10 - Neo / sign. toren / inl.-kern-slot

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

- Post-It mee
- Toren mee
- Inleiding-kern-slot mee
- Wit papier mee
- Test je werkwoordspelling mee
Wat gaan we doen vandaag? 
  1. Neologisme
  2. Planning schrijfexamens
  3. Signaalwoordentoren
  4. Werkboek/reader

  5. Schrijfopdracht 
  6. Werkwoordspelling
  7. Evaluatie en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Neologisme
woordenverbod

Slide 3 - Diapositive

Verbod voor rappers om in hun teksten bepaalde woorden te gebruiken, vooral woorden die met drugs te maken hebben. De Londense rapper Rico Racks kreeg zo'n verbod opgelegd. Racks is actief in de drillscene; drillrap is vaak vrij rauw, met teksten waarin het straatleven centraal staat. Het Engelse werkwoord to drill wordt volgens de Oxford English Dictionary (OED) ook wel gebruikt in de betekenis 'to shoot with a gun'. Vorige maand zette de Britse politie ook al een zogeheten rapvertaler in om teksten van drillrappers te duiden.
BIJZONDERE STRAF: WOORDENVERBOD VOOR BRITSE RAPPER RICO RACKS



(NPO: funx.nl)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Schrijfexamens: wanneer?
Voor of na de kerstvakantie? 
10 december of 7 januari
(17 december valt uit)

14 januari de herkansingen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeelden van signaalwoorden

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Signaalwoordentoren
  1. Luister goed naar de opdracht! 
  2. Kan iemand de opdracht herhalen?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4. Werkboek en reader
Wat willen jullie graag oefenen?

Slide 8 - Diapositive

  1. Werkboek opdracht 7 blz. 230?
  2. Reader (t/m blz. 4 oriëntatieopdracht gedaan)
  3. Sowieso artikel schrijven oefenen
5. Schrijven
  • Uit welke onderdelen bestaat een tekst?
  • Schrijf je naam op het blaadje.
  • Je krijgt een onderwerp op een kaartje: niemand mag dit zien.
  • Schrijf een inleiding van 2 zinnen ZONDER het woord te noemen.

Slide 9 - Diapositive

inleiding-kern-slot
Op bord schrijf ik zo de verschillende inleidingen.
Blz. 137 hb VIA:
Inleidingen: 
- Beschrijving van het onderwerp
- Samenvatting
- Vragenreeks
- Situatieschets
- Beschrijving van de aanleiding
- Voorbeeld
- Anekdote
5. Schrijven
  • Vervolgens schuif je het papier door naar een ander.
  • Schrijf nu 2 zinnen van de kern op.
  • Weer doorschuiven naar de volgende.
  • Schrijf nu 2 zinnen van de kern op.
  • Weer doorschuiven.
  • Schrijf nu in 3 zinnen het slot.
  • Klaar? Teruggeven aan de degene wiens naam erop staat.

Slide 10 - Diapositive

Slot blz. 138 hb VIA: 
- samenvatting
- conclusie
- oplossing
- aansporing
- open eind
5. Schrijven
  • Wist je over welk onderwerp de inleiding ging?
  • Wat merkte je aan de inleiding zonder dat je het onderwerp wist?
  • Wie had een heel mooie tekst geschreven en wil het graag delen?

Slide 11 - Diapositive

Bord gebruikt bij het schrijven?
6. Werkwoordspelling
  • Opdracht 'Test je werkwoordspelling'
  • Klaar? Door met reader.
  • Als iedereen klaar is: nakijken.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

7. Evaluatie en vooruitblik
Schrijf op een Post-it wat je hebt geleerd vandaag.

Volgende week:
- verder met examentraining 
- woordenschat voor taaldossier (Goedgebekt 11-20)

Slide 13 - Diapositive

  1. Wat denk je dat het lesdoel of de lesdoelen van deze les waren?
  2. Voor wie was deze les niet duidelijk?