2T H5 en H6 Lezen (herhaling)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom 2T2!

Vandaag...

- Lezen hoofdstuk 5:

kritisch lezen

Welkom 2T2               Vandaag herhaling Lezen H5/H6

Kritisch lezen en teksten voor publiek

Hoe kun je checken of deze informatie klopt?

Wat doe je als je een tekst kritisch leest?

1. Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea
2. Je leest de eerste en de laatste zin van de alinea's
3. Je leest de tekst van het begin tot aan het eind goed door
4. Je leest de tekst en beoordeelt of de informatie juist en betrouwbaar is

De betrouwbaarheid van een artikel nagaan

1. Verkennend lezen
2. Nauwkeurig lezen
3. Kritisch lezen
4. Studerend lezen

Je wil de tekst helemaal begrijpen. Welke leesmanier gebruik je?

1. Oriënterend lezen
2. Globaal lezen
3. Grondig lezen
4. Kritisch lezen

Zet de volgende bronnen op volgorde van betrouwbaarheid. 

Van minst betrouwbaar naar betrouwbaarst.

1

2

3

4

5

3. Welke bron is geschikt voor iemand in groep 6 

Bron 1 en  2 

Alleen bron 2

Geen van beide bronnen.

Alleen bron 1 .

Noem een voorbeeld van een onbetrouwbare bron.

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?

1. Een verhaal over een bekend voetbalechtpaar in Story

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?

2. Een artikel over slaapproblemen in Quest

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?

3. Een artikel over tablets op www.consumentenbond.nl

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?

4. reclame voor een fitnessapparaat op www.telsell.com

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?

5. Nieuwsberichten op www.nos.nl

1. betrouwbaar
2. niet betrouwbaar

Tekst en publiek

Een schrijver wil meestal dat zijn tekst door een bepaalde groep mensen gelezen wordt: het publiek. Bijvoorbeeld jongeren, sportliefhebbers, ouderen. Een schrijver houdt bij het schrijven van de tekst rekening met het publiek (zijn doelgroep!). 

Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan: 

- Het onderwerp              - De bron 

- Het taalgebruik             - De lay-out

Het taalgebruik

De bron

Waar de tekst vandaan komt

De lay out

Voor wie is dit geschreven?

Kijk naar het onderwerp, het taalgebruik, de bron, de lay-out

1. Jongeren
2. Ouderen
3. Volwassenen

Voor wie is dit geschreven?

Kijk naar het onderwerp, het taalgebruik, de bron, de lay-out

1. Vaders
2. Moeders
3. Mannen
4. Vrouwen

Voor wie is dit geschreven?

Kijk naar het onderwerp, het taalgebruik, de bron, de lay-out

1. Jongens
2. Meisjes
3. Mannen
4. Vrouwen

Voor wie is dit geschreven?

Kijk naar het onderwerp, het taalgebruik, de bron, de lay-out

1. Jongeren
2. Ouderen
3. Volwassenen

Huiswerk 

Klaar voor de toets morgen?

Vragen?

Oefen/maak de opdrachten van week 14 + leer de groene vlakken. 

Zie studiewijzer!