Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Stereotype
Een vaststaand beeld over een groep mensen waarbij een kenmerk van de groep sterk overdreven wordt. Een stereotype kan zowel positief als negatief zijn. Voorbeeld: ‘vrouwen zorgen altijd voor de kinderen’
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Vooroordeel
Een mening of idee over iemand, zonder te weten of het eigenlijk klopt.
Meestal bouw je verder op een stereotype. Je vult het verder aan zonder na te denken. Dat kan bewust of onbewust.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Discriminatie
Het ongelijk behandelen van mensen op basis van (persoonlijke) kenmerken die niet van belang zijn. Discriminatie is in Nederland verboden volgens de Grondwet (Artikel 1).
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat hebben vooroordelen, stereotypen en discriminatie met elkaar te maken?
Slide 10 - Question ouverte
Stereotype
Vooroordeel
Discriminatie
Mening die niet gebaseerd is op feiten
Kan zowel positief als negatief zijn
Kenmerk van de groep wordt sterk overdreven.
Hokjesdenken
Een Nederlander op klompen die graag kaas eet
Als die Marokkaan binnenkomt kun je maar beter op je spullen letten
Vrouwen krijgen bij dit bedrijf minder betaald voor precies hetzelfde werk
De domme Belg
Vrouwelijke studenten hogere cijfers geven dan mannelijke.
Kwetsend
Kan leiden tot ongelijkheid in de maatschappij
Ik denk dat mannelijke docenten minder geduld hebben
Slide 11 - Question de remorquage
Amerikanen
Slide 12 - Carte mentale
Jongeren
Slide 13 - Carte mentale
Boeren
Slide 14 - Carte mentale
Vrouwen
Slide 15 - Carte mentale
Mannen
Slide 16 - Carte mentale
Homoseksuelen
Slide 17 - Carte mentale
Turken
Slide 18 - Carte mentale
Marokkanen
Slide 19 - Carte mentale
Vluchtelingen
Slide 20 - Carte mentale
Aan de slag / huiswerk
Klassikaal lezen H5: Discriminatie
Maken (in tweetallen, op fluistertoon) opdracht 1 t/m 5, p18-19