clase 10

Fiesta y amor en Sevilla

Capítulo 2
HAVO  3

Leren over:
Vriendschappen & verliefdheid



1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Fiesta y amor en Sevilla

Capítulo 2
HAVO  3

Leren over:
Vriendschappen & verliefdheid



Slide 1 - Diapositive

El programa de hoy
FIESTA Y AMOR EN SEVILLA/ QUIÉN SOY
Capítulo 2
  • 15 min - Overhoring
  • 10 min - El amor de beatriz
  • 10 min - Quién soy
  • 5 min - Voca 2.3 
  • 20 min - Bron F - ej 19-21
  • Evaluación
Sigue las instrucciones en lessonup.

Slide 2 - Diapositive

Toetsstof c2
- Voca 2.1 t/m 2.4 (WB. P. 92-93) (L-R)
- Los verbos ser y estar (Gram. Bron D TB. P. 22)
- Los verbos en el presente: hablar, comer, vivir, escribir, hacer, ser, tener, querer, jugar, dormir, estar, salir, llamarse, ducharse
- Pretérito perfecto (Gram. Bron D TB. P. 10)
- Pretérito indefinido (Gram. Bron I TB. P. 27)
- Gerundio (Quién soy P. 54)
- Gustar + interesar (Quién soy p. 41)
- Kloktijden (Quién soy p. 22 + PA p. 116)
- Frases clave 

Slide 3 - Diapositive

Info klas 3 - periode 2
Info klas 3 
DELE-examen, vrijwillig
Farelcertificaat Spaans (als je Spaans met een voldoende afsluit dit jaar)

Leerdoelen periode 2 
  • Paso adelante deel 3, Hoofdstuk 2: Communiceren over vriendschap en relaties

Toetsen en opdrachten periode 2:
  • Toetsweek: Toets hoofdstuk 2 + aanvulling (zie bovenaan studiewijzer)
  • Opdracht: boekje lezen, PO quien soy

Slide 4 - Diapositive

Overhoring
· Vocab 2.1, 2.2
· Bron E
· Grammatica ‘gerundio’, ‘interesar en gustar’.
· werkwoorden in de tegenwoordige tijd (presente): hablar, comer, vivir, escribir, hacer, ser, tener, querer, jugar, dormir, estar, salir, llamarse, ducharse.

Let op: je kunt niet tussendoor terug naar een vorige vraag! 

Slide 5 - Diapositive

Lees de tekst rechts goed door over de 
gerundio.
Wanneer jij er klaar voor bent, begin je de 
opdrachten op de volgende slides. 

Slide 6 - Diapositive

Vul de gerundio in: Tú (hablar)__________________________ en español.

Slide 7 - Question ouverte

Vul de gerundio in: Yo (cocinar)_________________________ paella.

Slide 8 - Question ouverte

Wanneer gebruiken we el gerundio?

Slide 9 - Question ouverte

Maak een gerundio:
Jullie zijn aan het eten. (=comer)

Slide 10 - Question ouverte

El gerundio:
¿Qué están haciendo?
A
están comendo
B
son comiendo
C
están comiendo
D
están comen

Slide 11 - Quiz

vervoeg in de GERUNDIO
Vosotros (vivir) ___ ___ en Valencia.

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal:
infantil

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal:
sincero

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal:
el aspecto

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal:
quedar

Slide 16 - Question ouverte

Vertaal:
el sentido de humor

Slide 17 - Question ouverte

Vertaal:
cumplir (let op: beide vertalingen met een , ertussen)

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal:
superficial

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal:
ser capaz de

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal:
sin embargo

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal:
el encuentro

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal de zin:
¿Has tenido novia alguna vez?

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal de zin:
Mi novia ideal tiene el pelo rubio y los ojos marrones.

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal:
Moeten er overeenkomsten zijn tussen jullie?
A
¿Hay qué tener cosas en común?
B
¿Tiene pelo rubio?
C
¿A quién se parece tu novio?
D
¿Hay que tener un aspecto específico?

Slide 25 - Quiz

Vervoeg in de presente:
Hablar, tú
(schrijf alleen het vervoegde w.w. op)

Slide 26 - Question ouverte

Vervoeg in de presente:
Hacer, vosotros
(schrijf alleen het vervoegde w.w. op)

Slide 27 - Question ouverte

Vervoeg in de presente:
Tener, yo
(schrijf alleen het vervoegde w.w. op)

Slide 28 - Question ouverte

Vervoeg in de presente:
Querer (ie), ellos
(schrijf alleen het vervoegde w.w. op)

Slide 29 - Question ouverte

Vervoeg in de presente:
Ducharse, yo
(schrijf alleen het vervoegde w.w. en wed.vnw. op)

Slide 30 - Question ouverte

Vervoeg in de presente:
Dormir (ue), yo

Slide 31 - Question ouverte

Vervoeg in de presente:
Salir, yo

Slide 32 - Question ouverte

Vervoeg in de presente:
llamarse, usted
(schrijf alleen het vervoegde w.w. en wed.vnw. op)

Slide 33 - Question ouverte

Vervoeg interesar
A ellos ___ _______ estudiar mucho.

Slide 34 - Question ouverte

Vervoeg gustar
A mí ___ _______ hablar español

Slide 35 - Question ouverte

Vervoeg gustar
A pablo y tú ___ _______ la películas españolas.

Slide 36 - Question ouverte

Klaar met de overhoring?


Lees verder in 'el amor de beatriz' t/m p. 15

Slide 37 - Diapositive

Quién soy
Hacer: 
- quien soy p. 103-105 
- Maken quien soy p. 22 (kloktijden), p. 25 (gustar/vrije tijd)
- quien soy p. 28 tm 35 (PO opdracht) ej 1+2 --> na vakantie op dinsdag af hebben.



 

Slide 38 - Diapositive

1. Welke fout uit het huiswerk heb je wat van geleerd? Wat?
2. Waar kun/moet je nog aan werken?
3. Hoe ga je dit doen?

Slide 39 - Question ouverte

Vocabulario P.A. 2.3
Bestudeer voca 2.3 uit paso adelante WB deel A. 
--> hoeveel woorden weet je nog na 5 minuten?


timer
5:00

Slide 40 - Diapositive

Fuente F - ej 19-21 
Luister+leesvaardigheid
Ej. 19 : Lees de tekst + beantwoord de vragen
Ej. 20: Luister + beantwoord de vragen
Ej. 21: voca oefening

Slide 41 - Diapositive

1. Welk onderdeel van de les vond je het meest leerzaam, en waarom?
2. Hoe heb je gewerkt? Wat ga je een volgende keer hetzelfde doen en wat ga je anders doen? Hoe?

Slide 42 - Question ouverte

Deberes
Leren:
- Werkwoorden : hablar, comer, vivir, escribir, hacer, ser, tener, querer, jugar, dormir, estar, salir, llamarse, ducharse.
- Getallen tot 2023
- Voca P.A. 2.3 en 2.4
- Gerundio

Hacer:
P.A. Bron F opdr 19-21
boekje 'el amor de beatriz tm p. 15
Werken aan P.O. quien soy  (p. 28 tm 35) 

Leerstof TW: zie week voor de toetsweek in Magister




Slide 43 - Diapositive

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 44 - Diapositive

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Slide 45 - Question ouverte

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 46 - Question ouverte