2.3 Spieren

Welke onderdelen herken je?
1 / 48
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welke onderdelen herken je?

Slide 1 - Carte mentale

2.3 Spieren

Slide 2 - Diapositive

programma
uitleg 2.3 - spieren (10 min)
maken huiswerkopdrachten (10 min)
filmpje 'Waarom is een superhelden lijf vaak niet gezond?'


Slide 3 - Diapositive

2.3 Begrippen en leerdoelen 
Leerdoelen:
  • Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven
  • Je kunt aangeven hoe antagonisten samenwerken

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

2.3 Begrippen en leerdoelen 
Leerdoelen:
  • Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven
  • Je kunt aangeven hoe antagonisten samenwerken
  • Je kunt voorbeelden noemen van 3 typen spieren met hun kenmerken
  • Je kunt voorbeelden noemen van bewuste en onbewuste spierbewegingen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Bouw van een spier

Pezen: 

bevestigen spieren aan beenderen, 

               ze trekken niet samen.


Spierbundels

bundel spiervezels  omgeven door taai vlies

       de vliezen lopen door in de pees.

Spiervezel: spiercel


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Spieren werken samen met: zenuwen en botten 
maar ook met bloedvaten 
  • Een spier zit met pezen vast aan de beenderen.
  • Aanhechtingsplaats: de plaats waar een pees aan een bot zit.
  • Een spier kan samentrekken, een pees niet.
  • Een spier bestaat uit een aantal spierbundels.
  • Een spierbundel bestaat uit een aantal spiervezels.
  • Een spiervezel bestaat uit spiercellen.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Fluisterend werken (10 min)
-- Maken 2.3 - opdrachten 1 t/m 7

Klaar? 
- Maken 8 t/m 15

 
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

In stilte werken (10 min)
-- Nakijken 2.3 opdrachten 1 t/m 7

Klaar? 
- Maken 2.3 - opdracht 8 t/m 15

 
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

In stilte werken
nakijken 2.3 opdrachten 1 t/m 7

Klaar? 
maken 8 t/m 18
maken Sprinter in training op blz. 106
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Keuzemenu
1. Plassen over een kwallenbeet verzacht de pijn
2. Muggen komen op licht af
3. De mens is ontstaan uit een chimpansee

Slide 16 - Diapositive

2.3 Spieren

Slide 17 - Diapositive

programma
in stilte werken (10 min)
quiz (5 min)
uitleg 2.3 - spieren deel II (10 min)
maken huiswerkopdrachten (15 min)
Kahoot?

Slide 18 - Diapositive

In stilte werken (10 min)
- Nakijken 2.3 opdrachten 1 t/m 7

klaar?
Maken opdrachten 8 t/m 16
Maken 18 t/m 21
 
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Zet de onderdelen in volgorde van groot naar klein
Grootst
Kleinst
Spiervezel
Spierbundel
Spier
Spiercel
Spierstelsel

Slide 20 - Question de remorquage

Spier
Spiervezel
Pees
Spierbundel

Slide 21 - Question de remorquage

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 22 - Quiz

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?
A
Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
B
Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je de tegengestelde spier van een spier die actie onderneemt?
A
Antagonist
B
Anagonist
C
Antigonist
D
Antiwerker

Slide 24 - Quiz

spiercellen zijn niet kleinder dan spiervezels

Slide 25 - Diapositive

Wat gebeurt er met je spiervezels als je spier wilt aanspannen en wat gebeurt er als je je spier weer ontspant?
A
Aanspannen: Kort Ontspannen: kort
B
Aanspannen: Kort Ontspannen: Lang
C
Aanspannen: lang Ontspannen: lang
D
Aanspannen: Lang Ontspannen: kort

Slide 26 - Quiz

Wat gebeurt er als de buigspier van het rechterbeen korter en dikker wordt?
A
Dan buigt het rechterbeen zich.
B
Dan strekt het rechterbeen zich.
C
Dan buigt het linkerbeen zich.
D
Dan strekt het linkerbeen zich.

Slide 27 - Quiz

antagonisten
Antagonisten    Buig- en strekspier: bi- en triceps       Voel maar bij jezelf 

Slide 28 - Diapositive

Antagonisten
Antagonisten: spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging

  1. Wat is de antagonist van je kuitspier?
  2. Wat is de antagonist van je rugspier?

Slide 29 - Diapositive

Wat gebeurt er als de antagonist
van de buigspier van het
rechterbeen zich samentrekt?
A
Dan buigt het rechterbeen zich.
B
Dan strekt het rechterbeen zich.
C
Dan buigt het linkerbeen zich.
D
Dan strekt het linkerbeen zich.

Slide 30 - Quiz

Antagonisten
  1. Wat is de antagonist van je biceps? 
  2. Wat is de antagonist van je kuitspier?

    Tot nu toe hadden we het over je skeletspieren waar jij over beslist: willekeurige spieren

Slide 31 - Diapositive

- Is je hart een spier?

- Wie heeft er wel eens spierpijn in zijn hart?

- Zitten er spieren in je slokdarm?

Slide 32 - Diapositive

spieren in je maag, (slok)darm 
de hartspier
Onwillekeurige spieren worden nooit moe en werken vanzelf

Slide 33 - Diapositive

zelfstandig werken

1. maken 2.3 - opdracht 8 t/m 16
2. Nakijken 2.3
3. maken Sprinter in training op blz. 106
timer
10:00

Slide 34 - Diapositive

fluisterend werken

afmaken 2.3 - opdr. 1 t/ 16
klaar?
maken Sprinter in training (blz. 106)
timer
10:00

Slide 35 - Diapositive

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'. Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 36 - Quiz

zelfstandig werken

maken 8 t/m 19
Nakijken 2.3 - opdrachten

maken Sprinter in training op blz. 106
timer
10:00

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Zelfstandig werken
Nakijken 2.3 - opdrachten
Nakijken 2.3 - opdrachten
Klaar? 
Lezen blz. 96
maken 1 t/m 9
timer
15:00

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Ik begrijp de bouw en werking van 3 typen spieren (2.3)
A
Ik moet hier nog aan werken
B
Ik begrijp dit bijna
C
Ik begrijp het!
D
Ik kan dit aan een ander uitleggen

Slide 41 - Quiz

2.4 - Spierblessures
Hoe krijg je spierblessures?

Slide 42 - Diapositive

Welke blessures kan je hebben?

Slide 43 - Carte mentale

3 typen spierweefsel
Hartspierweefsel is super sterk verbonden met elkaar met dwarsbruggen
Skeletspierweefsel bestaan uit lange vezels van meerdere cellen
Glad spierweefsel zijn niet dwarsgestreept en bevatten geen vezels


Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo


In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierpijn

Slide 46 - Diapositive

Spierpijn voorkomen
  1. Goede warming up
  2. Langzaam de kracht opbouwen per training. 
  3. Met lange pauzes beginnen en langzaamaan steeds kortere pauzes nemen tijdens de training. 
  4. Goede cooling down
  5. Voldoende rust tussen de trainingen door

Slide 47 - Diapositive

Verder werken:
  • Bestudeer 2.3 tot bladzijde 44
  • Maak de opdrachten 1 t/m 18 af.
  • Klaar? lezen blz. 49
  • Maken  opdracht 11 + 12

Slide 48 - Diapositive