Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een tekstverband?
Slide 2 - Carte mentale
Maak een samengestelde zin van de zinnen: a) Matthias wil graag drie weken op vakantie. b) Hij heeft een vakantiebaantje
Slide 3 - Question ouverte
Verbanden tussen zinnen aanbrengen
Twee manieren:
1) Verwijswoorden
2) Signaalwoorden
Slide 4 - Diapositive
Welke verwijswoorden ken je?
Slide 5 - Carte mentale
Signaalwoorden
Slide 6 - Diapositive
Opdracht
Verbind de zinnen met elkaar. Gebruik signaalwoorden en verwijswoorden.
Slide 7 - Diapositive
Rochelle gaat elke vakantie naar Frankrijk. De ouders van Rochelle hebben een vakantiehuis in Frankrijk.
Slide 8 - Question ouverte
Het is een huis met een zwembad. Het huis ligt op loopafstand van een stadje.
Slide 9 - Question ouverte
In het stadje is genoeg te doen. Je kunt in het stadje winkelen. 's Avonds kun je in het stadje naar de disco. In het stadje is elke week een boerenmarkt.
Slide 10 - Question ouverte
Opdracht
Als je van twee enkelvoudige zinnen een samengestelde zin maakt laat je vaak woorden weg. Dit mag echter niet altijd. Geef aan of de zin goed of fout is.
Slide 11 - Diapositive
Milan heeft Marit verkering gevraagd en nu liefdesverdriet.
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quiz
Milan heeft Marit verkering gevraagd en een blauwtje gelopen.
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quiz
De leraar beloofde zijn klas uitstel, maar hield zich toch vast aan de deadline.
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quiz
De leraar werd uitstel gevraagd, maar gaf daar niet aan toe.