V3 - Bedrijvende en lijdende vorm

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Grammatica/formuleren
H5 Bedrijvende en lijdende vorm

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen

Aan het einde van deze les:
  • weet je wat het verschil is tussen de lijdende vorm en de bedrijvende vorm;
  • kun je de lijdende vorm herkennen;
  • kun je een zin van de lijdende naar de bedrijvende vorm omzetten en andersom.

Slide 4 - Diapositive

Bedrijven en lijden
In een zin kan een onderwerp:
1) iets 'bedrijven', oftewel actief iets doen:
Olga (ow) doet (pv) de afwas (lv).
Maar een onderwerp kan ook:
2) iets passief ondergaan, oftewel 'lijden':
De afwas (ow) wordt (pv) door Olga (bwb) gedaan (wg).
-->  Beide zinnen betekenen in wezen hetzelfde.

Slide 5 - Diapositive

In andere woorden
De bedrijvende vorm = actief
De lijdende vorm = passief

Welke zin is bedrijvend of actief? En welke dus lijdend of passief?
A. De appel is opgegeten door Frank.
B. Frank heeft de appel opgegeten.

Slide 6 - Diapositive

Hij zal waarschijnlijk de nieuwste iPhone kopen.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 7 - Quiz

Mijn jas is waarschijnlijk stiekem meegenomen.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 8 - Quiz

Waarom?
Waarom zou je kiezen voor de lijdende vorm?
A. Als het onbekend, onbelangrijk of overduidelijk is wie of wat de handeling uitvoert.
- Voorbeeld: Vannacht is er ingebroken op onze school.
B. Als je de handeling of het object centraal wilt stellen.
- Voorbeeld: Deze mooie tekening is gemaakt door een kind van zes.
C. Als je daarmee onduidelijkheid kunt vermijden.
Voorbeeld: De werknemers die door de chefs zijn beschuldigd van fraude worden geschorst.

Slide 9 - Diapositive

Omzetten van bedrijvend naar lijdend
Voorbeeld - bedrijvend: John pakte de bal af van de hond.
1) Het lijdend voorwerp wordt het onderwerp: 'de bal' 
2) Het onderwerp wordt een bwb met door (een 'door-bepaling': 'door John'
3) Het wg krijgt een vorm van 'worden' of 'zijn' als hww: 'wordt gepakt'. Let op tijd werkwoord!
--> Lijdend: De bal werd door John van de hond afgepakt.

D


Slide 10 - Diapositive

En andersom: van lijdend naar bedrijvend
Voorbeeld: Dit besluit is door de leiding genomen.
  1. De 'door-bepaling' wordt het onderwerp: '(door) de leiding'
  2. Het onderwerp wordt lv: 'dit besluit'
  3. Haal uit het gezegde de vorm van het hww 'worden' of 'zijn' weg en maak van het zww een pv: 'is' moet weg, 'genomen' wordt 'neemt'.
--> De leiding neemt dit besluit.


Slide 11 - Diapositive

1. Hoe herken je een zin in de lijdende vorm?

Slide 12 - Question ouverte

2. Is de volgende zin lijdend of bedrijvend?
Het gevraagde informatiepakket wordt u zo spoedig mogelijk toegestuurd.

Slide 13 - Question ouverte

3. Zet deze zin in de andere vorm.
18-plussers worden op deze school niet anders behandeld door docenten.

Slide 14 - Question ouverte

Aan de slag
Maak voorafgaand aan de volgende les:
  • Opdracht  1 en 2 op blz. 157.
  • Gebruik het schema op blz. 156 om de juiste ww-tijd te bepalen (zie ook overzicht tijden op blz. 259-260.
  • Klaar? Maak de oefentoets van de stof van H1-3 (Classroom).

Slide 15 - Diapositive