12. Thema 2, week 3, Dictee 11

werkwoord: weven

TT
De vrouw ........ een mooi kleed.
1 / 22
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

werkwoord: weven

TT
De vrouw ........ een mooi kleed.

Slide 1 - Question ouverte

werkwoord: weven

VT
De vrouw ........ een mooi kleed.

Slide 2 - Question ouverte

werkwoord: kneuzen

TT
Mijn vader ..... zijn pols.

Slide 3 - Question ouverte

werkwoord: kneuzen

VT
Mijn vader ..... zijn pols.

Slide 4 - Question ouverte

werkwoord: kneuzen

VD
Mijn vader heeft zijn pols .........

Slide 5 - Question ouverte

Mijn vader heeft zijn polst gekneusd.

De ........ pols.

Slide 6 - Question ouverte

werkwoord: verdwalen.

TT
..... jij wel eens?

Slide 7 - Question ouverte

werkwoord: verdwalen.

VT
Mijn broertje ........ steeds.

Slide 8 - Question ouverte

werkwoord: verdwalen

VD
Mijn broertje is ..........

Slide 9 - Question ouverte

Mijn broertje is verdwaald.

Mijn ........ broertje.

Slide 10 - Question ouverte

werkwoord: gebruiken.

TT
De juf ...... een computer.

Slide 11 - Question ouverte

werkwoord: gebruiken.

VT
De juf ...... een computer.

Slide 12 - Question ouverte

werkwoord: gebruiken.

VD
De juf heeft een computer ........

Slide 13 - Question ouverte

De juf heeft een computer gebruikt.

De ...... computer.

Slide 14 - Question ouverte

werkwoord: verstoppen.

VD
De juf heeft een cadeau ........

Slide 15 - Question ouverte

De juf heeft een cadeau verstopt.

Het ...... cadeau.

Slide 16 - Question ouverte

werkwoord: beschermen

VD
De boswachter heeft de vogels .....

Slide 17 - Question ouverte

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: beschermen

De ......... vogels

Slide 18 - Question ouverte

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord: beschermen

De ......... vogels

Slide 19 - Question ouverte

werkwoord: blozen

VT
Gisteren ...... ik toen ik een beurt kreeg.

Slide 20 - Question ouverte

werkwoord: plonzen

VT
De kinderen ...... in het water.

Slide 21 - Question ouverte

aan het werk
SPELLING
Thema 2
Week 3
Dictee 11

Slide 22 - Diapositive