S18 - Het sprookje

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1,3

Wat is jouw favoriete sprookje?

Lesdoelen

1.  Je kent de typische eigenschappen van het literaire genre 'het sprookje' en je kan ze toepassen op een voorbeeld.
2. Je kan de begrippen uit de verhaalanalyse van Deel 1 toepassen op een sprookje (bv. personages, tijd, ruimte ...).
3. Ook oefen je met creatief schrijven, een belangrijk onderdeel van schrijfonderwijs.

create.kahoot.it

Waar komt het woord 'sprookje' vandaan?

Het sprookje

Het woord sprookje is afgeleid van het middeleeuwse 'sproke', dat verhaal of vertelling ('gesprokene') betekent. 

Het doelpubliek is veranderd doorheen de tijd. Als ongeschreven vertelling richtte een sproke zich tot ongeletterde volwassenen. Via de orale traditie kregen zij de moraliserende verhalen mee. Pas toen de gebroeders Grimm de verhalen begonnen te verzamelen en te publiceren, werden ze aangepast voor kinderen. Nu zijn sprookjes kinderverhalen met levenslessen.

1. Kenmerken

1. Lees in je groepje de sprookjes en zoek gelijkenissen.
2. Noteer op het witte blad wat typisch is aan een sprookje.

3. Markeer de genoteerde kenmerken ook in de sprookjes.

Oefeningen - 2.2.2 Er was eens ...

Maak opdracht 1, 2 en 3 van de opbouw.

2. Geschiedenis

3. Moderne toepassing

Zijn sprookjes nog in?

ja

nee

Op welke manieren komen sprookjes nog voor in het dagelijkse leven?

Reclame

Opdracht: 2.2.4 Creatieve schrijfoefening

• Ga naar 2.2.4 Uitbreiding: creatieve schrijfoefening (DM).
• Werk individueel of in duo.
• Laat je fantasie de vrije loop en schrijf zelf een creatief verhaal met een duidelijke moraal.
• Aan het einde van dit leertraject leest iedereen zijn sprookje voor. Je laat de rest van de klas raden naar de moraal van je verhaal.

Opdracht: 2.2.4 Creatieve schrijfoefening

De 1ste keer rollen met de dobbelsteen bepaalt het hoofdpersonage van je sprookje, de 2de de plaats waar het verhaal zich afspeelt, de 3de één of meerdere nevenpersonages en de laatste keer rollen geeft je een magisch voorwerp dat in je verhaal moet voorkomen. 

Wat is de moraal van sprookje 1?

Wat is de moraal van sprookje 2?

Wat is de moraal van sprookje 3?

Wat is de moraal van sprookje 4?

Wat is de moraal van sprookje 5?

Wat is de moraal van sprookje 6?

Wat is de moraal van sprookje 7?

Wat is de moraal van sprookje 8?

Wat is de moraal van sprookje 9?

Wat is de moraal van sprookje 10?