7.3b | Begingetal, stijggetal en daalgetal | ALDJ

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

    Welkom bij wiskunde!

Pak je leerboek, werkboek en schrift.

Verbindt je met de LessonUp via LessonUp.app.

DEZE LES:

Begingetal, stijggetal en daalgetal

oefenen 

uitleg 

  lesprogramma

nakijken 

Woordformules

Begingetal, stijggetal en daalgetal

Allerlei woordformules

Huiswerkopdrachten

aan de slag 

Nakijken

Woordformules (Huiswerkopdrachten 22 en 23)

leerboek p. 56

📖

werkboek

p. 13-14

📘

Woordformules

nakijken 

Opdracht 22 (leerboek p. 56)

Woordformules

nakijken 

Opdracht 23 (leerboek p. 56)

Uitleg

Begingetal, stijggetal en daalgetal

leerdoelen 

Wat leer je deze les?

  Je kunt het begingetal, stijggetal of daalgetal van een 

   woordformule noemen.

  Je kunt een grafiek tekenen met het begingetal, 

   stijggetal of daalgetal.

Begingetal, stijggetal of daalgetal

uitleg 

Gegeven is de woordformule verdiensten in € = 15 + 7,50 x tijd in uren.

Het vaste bedrag is 15. 

Het bedrag dat er elk uur bij komt (variabel bedrag) is 7,50.

De tabel die bij de woordformule hoort is:

tijd in uren	0	1	2	3	4	5	6
verdiensten in €

Begingetal, stijggetal of daalgetal

uitleg 

Gegeven is de woordformule verdiensten in € = 15 + 7,50 x tijd in uren.

Het vaste bedrag is 15. 

Het bedrag dat er elk uur bij komt (variabel bedrag) is 7,50.

De tabel die bij de woordformule hoort is:

tijd in uren	0	1	2	3	4	5	6
verdiensten in €	15	22,50	30	37,50	45	52,50	60

Begingetal, stijggetal of daalgetal

uitleg 

Gegeven is de woordformule verdiensten in € = 15 + 7,50 x tijd in uren.

Het vaste bedrag is 15. 

Het bedrag dat er elk uur bij komt (variabel bedrag) is 7,50.

Het begingetal van de woordformule is 15.

Het stijggetal van de formule is 7,50.

tijd in uren	0	1	2	3	4	5	6
verdiensten in €	15	22,50	30	37,50	45	52,50	60

Oefenen

Allerlei woordformules

LessonUp

💻

Allerlei woordformules

oefenen 

Je krijgt zometeen zes vragen over verschillende woordformules.

Kies bij de vraag de juiste woordformule uit.

Allerlei woordformules

oefenen 

Van welke formule is het begingetal 55?

1

1. kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
2. temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
3. verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
4. lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Allerlei woordformules

oefenen 

Van welke formule is het stijggetal 70?

2

1. kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
2. temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
3. verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
4. lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Allerlei woordformules

oefenen 

Van welke formule is het daalgetal 2?

3

1. kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
2. temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
3. verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
4. lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Allerlei woordformules

oefenen 

Bij welke formule horen de twee variabelen kosten in € en tijd in dagen?

4

1. kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
2. temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
3. verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
4. lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Allerlei woordformules

oefenen 

Van welke formule is de grafiek een dalende grafiek?

5

1. kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
2. temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
3. verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
4. lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Allerlei woordformules

oefenen 

Welke formule heeft het hoogste begingetal?

6

1. kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
2. temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
3. verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
4. lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

aan de slag! 

wat

hoe

hulp

tijd

resultaat

Maak opdracht 25, 26, 27, 28, 29 en 30 van paragraaf 7.3 (leerboek p. 59-61).

Zelfstandig. Maak de opdrachten in je schrift.

Gebruik de aantekening van de les, 

of theorieblok "Begingetal, stijggetal en daalgetal" (leerboek p. 57).

20 minuten

Je kunt het begingetal, stijggetal en daalgetal van een woordformule noemen.

klaar?

Maak de rekenbreak op leerboek pagina 61.

leerdoelen 

Wat leer je deze les?

  Je kunt het begingetal, stijggetal of daalgetal van een 

   woordformule noemen.

  Je kunt een grafiek tekenen met het begingetal, 

   stijggetal of daalgetal.

Huiswerk voor volgende les

Maak opdracht 25, 26, 29 en 30 van 

paragraaf 7.3 (leerboek p. 59-61).

Volgende les

Formules met letters!