2mavo H6 form voorkennis en instr 6.1

Programma van vandaag
  1. Formatieve toets over de voorkennis (15 minuten)
  2. Wie is Pythagoras
  3. Doelen die bij deze paragraaf horen
  4. Instructie 6.1 over de stelling van Pythagoras
  5. Controle of de doelen behaald zijn
  6. Huiswerk
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma van vandaag
  1. Formatieve toets over de voorkennis (15 minuten)
  2. Wie is Pythagoras
  3. Doelen die bij deze paragraaf horen
  4. Instructie 6.1 over de stelling van Pythagoras
  5. Controle of de doelen behaald zijn
  6. Huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Uit het hoofd:
77=
A
47
B
48
C
49
D
14

Slide 2 - Quiz

Uit het hoofd:
111=
A
3
B
2
C
1
D
anders

Slide 3 - Quiz

Vierkant ABCD met opp. van
Hoe lang is de zijde? Afronden op 1 decimaal

38,44cm2
A
19,22cm
B
6,2cm
C
14,22cm
D
anders

Slide 4 - Quiz

Hoe heet deze driehoek?
A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
gewone driehoek

Slide 5 - Quiz

Hoe heet deze driehoek?
A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
gewone driehoek

Slide 6 - Quiz

Hoe heet deze driehoek?
A
gelijkbenige driehoek
B
gelijkzijdige driehoek
C
rechthoekige driehoek
D
gewone driehoek

Slide 7 - Quiz

Hoeveel rechthoekige driehoeken tel je?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 8 - Quiz

Welke vorm heeft vlak BCGF?
A
vierkant
B
rechthoek
C
gewone driehoek
D
rechthoekige driehoek

Slide 9 - Quiz

Welke vorm heeft vlak BCG?
A
vierkant
B
rechthoek
C
gewone driehoek
D
rechthoekige driehoek

Slide 10 - Quiz

Welke vorm heeft vlak ACG?
A
vierkant
B
rechthoek
C
gewone driehoek
D
rechthoekige driehoek

Slide 11 - Quiz

Dit was de formatieve toets
Ik kijk de toets na en iedereen die de stof nog niet voldoende beheerst wordt door mij uitgenodigd in het vragenuur voor extra instructie. Aanwezigheid wordt geregistreerd en doorgegeven aan je coach.

Slide 12 - Diapositive

Pythagoras
Op Samos is de hoofdstad naar hem vernoemd, 
Pythagorion. Daar staat ook het standbeeld dat
zijn stelling laat zien.
 

Slide 13 - Diapositive

Pythagoras
Pythagoras werd geboren op Samos, 
een van de Griekse eilanden in de Egeïsche Zee. 
Pythagoras was de eerste echte wiskundige en 
verder een bekend filosoof met een eigen "school". 
Hij leefde in de zesde eeuw v.Chr. (580 - 500??) 

Slide 14 - Diapositive

De doelen voor vandaag
  • Je herkent een rechthoekige driehoek
  • Je weet dat de stelling van Pythagoras alleen geldt als het gaat om een rechthoekige driehoek
  • Je kan de stelling op drie manieren opschrijven
  • Je kent de volgende begrippen: som, kwadraat, rechthoekige driehoek, rechthoekszijde, korte zijde, lange zijde, schuine zijde, 

Slide 15 - Diapositive

De stelling in woorden

In een rechthoekige driehoek 
is de som 
van de kwadraten van de lengtes van de rechthoekszijden 
gelijk aan 
het kwadraat van de lengte van de schuine zijde.

Slide 16 - Diapositive

De stelling in wiskundetaal:

De eerste manier:
met de rechthoekszijde en schuine zijde:
of onder elkaar:                         
                                   ___________

rhz2+rhz2=sz2
rhz2
rhz2+
sz2

Slide 17 - Diapositive

De stelling in wiskundetaal:

De tweede manier:
met de korte zijde en de lange zijde:
of onder elkaar:                         
                                   ___________

korte zijde = rechthoekszijde
lange zijde = schuine zijde (tegenover rechte hoek)
kz2+kz2=lz2
kz2
kz2+
lz2

Slide 18 - Diapositive

De stelling in wiskundetaal:

De derde manier:
met de letters a, b en c:
of onder elkaar:                         
                                   ___________

a en b = korte zijde = rechthoekszijde
c = lange zijde = schuine zijde (tegenover rechte hoek)
a2+b=c2
a2
b2+
c2

Slide 19 - Diapositive

Hier zie je de stelling


het gele en rode
vierkant maken
een rechte hoek 
                          Gele vierkant: zijde=a=3
                           Rode vierkant: zijde=b=4
                                Opp=a2=9 en b2=16
                         Je ziet als je deze bij 
                    elkaar optelt: 
                 a2 + b2 = 9 + 16 = 25 =                                        opp van het grote vierkant
              De zijde =                = 5
              en dat klopt, kijk maar in de 
                                    afbeelding
25

Slide 20 - Diapositive

Stelling van Pythagoras





Het vraagteken zet je neer bij de zijde die je wilt berekenen.
Kies voor jezelf de manier die het beste bij jou past.
rhz2=kz2=a2
rhz2=kz2=b2
?sz2=lz2=c2
____________+

Slide 21 - Diapositive