VEI 6.5 Weefselvloeistof en lymfe M4 2022 2023

LYMFE
LYMFE
Thema 6
Basisstof 5
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

LYMFE
LYMFE
Thema 6
Basisstof 5

Slide 1 - Diapositive

                       HERHALING

Slide 2 - Diapositive

Waardoor vergroot je je kans op hart- en vaatziekten
A
Niet drinken
B
Niet roken
C
Niet sporten
D
Niet stressen

Slide 3 - Quiz

Mensen met overgewicht hebben een kleinere kans op het krijgen van hart- en vaatziekten dan mensen met een gezond gewicht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de stof die zorgt voor hart- en vaatziekten?
A
Zetmeel
B
Cholesterol
C
Suiker
D
Pindakaas

Slide 5 - Quiz

8. Hoe noemen we een verstopping in de bloedvaten van de hersenen?
A
hartinfarct
B
beroerte

Slide 6 - Quiz

Omschrijf wat een slagaderverkalking precies is.

Slide 7 - Question ouverte

Wat is geen signaal van een beroerte?
A
hangende mond
B
uitvallen van de voet
C
verwarde spraak
D
rechter boven helft verlamd

Slide 8 - Quiz

Hoe noemen we het als een kransslagader in het hart verstopt raakt?
A
beroerte
B
herseninfarct
C
hartinfarct
D
hartkramp

Slide 9 - Quiz

Wat is gevaarlijker? te hoge of te lage bloeddruk?
A
Hoge bloeddruk
B
Lage bloeddruk

Slide 10 - Quiz

Heeft iemand die regelmatig eventjes duizelig wordt als hij uit bed stapt last van lage of hoge bloeddruk?
A
lage bloeddruk
B
hoge bloeddruk

Slide 11 - Quiz

Wat moet je niet doen voor de goede werking van je hart?
A
heel veel bewegen
B
veel vet eten
C
weinig bewegen
D
weinig bewegen en vet eten

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je de vettige stof die een bloedvat nauwer kan maken?
A
cholesterol
B
trombose

Slide 13 - Quiz


Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
nauwelijks klachten
schade aan bloedvaten en organen
duizeligheid
flauwvallen
vermoeidheid

Slide 14 - Question de remorquage

Mensen die te zwaar zijn, hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen bij 6.5 Weefselvloeistof en lymfe
Je kunt de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen.

Slide 17 - Diapositive

Begrippen bij 6.5 Weefselvloeistof en lymfe
lymfevatenstelsel
weefselvloeistof
lymfevaten
lymfe
lymfeknopen

Slide 18 - Diapositive

Weefselvloeistof: het vocht buiten de haarvaten
  • Vocht dat door de bloeddruk uit de haarvaten wordt geperst, vooral in de grote bloedsomloop.
  • Bevat o.a.: zuurstof, voedingsstoffen, kan ook witte bloedcellen bevatten.
  • Dient om zuurstof en voedingsstoffen naar cellen te vervoeren en koolstofdioxide en andere afvalstoffen van de cellen af te voeren.
  • Wordt deels weer opgenomen in de haarvaten.

Slide 19 - Diapositive

Lymfe: de vloeistof in de lymfevaten

Slide 20 - Diapositive

Lymfevatenstelsel: lymfevaten en lymfeknopen
Bestaat uit:
  • Lymfevaten en lymfeknopen (lymfeklieren).
  • voert lymfe met opgeloste stoffen terug naar het bloedvatenstelsel.
  • Lymfeknopen zuiveren de lymfe van o.a. ziekteverwekkers.

Slide 21 - Diapositive

Lymfevaten
  • de vaten in het lymfestelsel
  • nemen weefselvloeistof op
  • vloeistof in de lymfevaten heet lymfe
  • lymfe: water met opgeloste stoffen (antistoffen, hormonen, zuurstof, afvalstoffen zoals koolstofdioxide en voedingsstoffen)
  • Lymfe afvoeren terug naar het bloed in de holle ader
  • Kleppen zorgen dat het bloed niet terugstroomt.

Slide 22 - Diapositive

Lymfeknopen: zuiveren de lymfe van o.a. ziekteverwekkers
  • liggen op bepaalde plaatsen in het lichaam, bijv. hals, oksels, en liezen).
  • bepaalde witte bloedcellen ontwikkelen zich in de lymfeknoop.
  • deze witte bloedcellen maken antistoffen die beschermen tegen ziektes.
  • ook witte bloedcellen die ziekteverwekkers kunnen insluiten!.

Slide 23 - Diapositive

Op welke plaats worden antistoffen gemaakt?
A
Borstbuis
B
Weefselvloeistof
C
Lymfeknoop
D
Lymfe

Slide 24 - Quiz

Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof

Slide 25 - Quiz

Witte bloedcellen kunnen in lymfe zitten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Weefselvloeistof
Lymfe
Bloedplasma
Vocht buiten de haarvaten; kan O2, witte bloedcellen, voedingsstoffen, CO2 en andere afvalstoffen bevatten
Deze vloeistof bestaat uit water met opgeloste stoffen en witte bloedcellen
In deze vloeistof zitten geen bloedcellen of bloedplaatjes

Slide 27 - Question de remorquage

Hier zie je een afbeelding van een lymfevat.
In welke richting stroomt de lymfe?
A
Richting A
B
Richting B

Slide 28 - Quiz