1 Bedrijfskosten - calculatie in de logistiek

1 Bedrijfskosten - calculatie in de logistiek
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1 Bedrijfskosten - calculatie in de logistiek

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

De bruto van bruto omzet
slaat op...
A
winst zonder belasting
B
verkoopprijs zonder belasting
C
de kosten
D
BTW

Slide 4 - Quiz

Wat is afzet?
A
Aantal producten / diensten dat je verkoopt.
B
Bruto winst min alle andere bedrijfskosten
C
De prijs die een afnemer betaalt voor een product of dienst.
D
Het geld dat een bedrijf in de kas of op de bankrekening heeft staan.

Slide 5 - Quiz

Wat zijn liquide middelen?
A
De prijs die een afnemer betaalt voor een product of dienst.
B
Bruto winst min alle andere bedrijfskosten
C
Het geld dat een bedrijf in de kas of op de bankrekening heeft staan.
D
Aantal producten / diensten dat je verkoopt

Slide 6 - Quiz

Wat is de verkoopprijs?
A
Het geld dat een bedrijf in de kas of op de bankrekening heeft staan.
B
Bruto winst min alle andere bedrijfskosten
C
Aantal producten / diensten dat je verkoopt
D
De prijs die een afnemer betaalt voor een product of dienst.

Slide 7 - Quiz

Wat is de netto winst?
A
Aantal producten / diensten dat je verkoopt
B
De prijs die een afnemer betaalt voor een product of dienst.
C
Bruto winst min alle andere bedrijfskosten
D
Het geld dat een bedrijf in de kas of op de bankrekening heeft staan.

Slide 8 - Quiz

De vergoeding voor het lenen van geld
A
Verkoopprijs
B
Brutowinst
C
Kostprijs
D
Rente

Slide 9 - Quiz

Kostprijs?
A
De prijs die een product kost om te fabriceren
B
De omzet die je verwacht.
C
Belasting die je opvoert als kosten
D
Omzet min inkoopwaarde

Slide 10 - Quiz

Omzetprognose
A
De omzet die je ontvangt
B
De omzet die je betaalt
C
De omzet die je verwacht.
D
De omzet die afdraagt.

Slide 11 - Quiz

(Verkoop)prijs
Verkoopprijs met BTW = Comsumentenprijs
Verkoopprijs met BTW = Bruto verkoopprijs
Verkoopprijs zonder BTW = Netto verkoopprijs

Inkoopprijs (prijs voor handelaren)
Kostprijs (prijs om te produceren)
Bruto resultaat (netto verkoopprijs - inkoopp/kostp)

Slide 12 - Diapositive

Bruto resultaat
Is het verschil tussen VERKOOP EN INKOOP OF PRIJS OM TE MAKEN.

Van je bruto resultaat moeten nog (bedrijfsvoerings/exploitatie) kosten af!

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag
Lees pagina 28/29 en 30.
Maak opdrachten 4, 5 en 6

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive