Effectief examineren in de praktijk

Effectief examineren in de praktijk

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je: 

• Uitleggen wat er nodig is om goed te examineren in de praktijk,
• Vertellen welke taken de praktijkopleider heeft bij het beoordelen en examineren
• Vertellen welke taken de praktijkopleider heeft bij het voorbereiden van het praktijkexamen
• Uitleggen wat de VROEG-WACKER-methode inhoudt
• Vertellen hoe je een startgesprek voert voor een praktijkexamen
• Vertellen hoe je een beoordelingsgesprek voert

Benadruk dat de studenten na deze les alle belangrijke aspecten kennen van het examineren in de praktijk.

Wat weet jij al over het examineren in de praktijk?

Wat is nodig om goed te examineren?

Om goed te examineren in de praktijk is het belangrijk om duidelijke beoordelingscriteria te hebben, een goede voorbereiding te treffen, objectief te blijven en feedback te geven.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin deze aspecten belangrijk zijn.

Taken van de praktijkopleider bij beoordelen en examineren

De praktijkopleider heeft als taak om de prestaties van de student te beoordelen aan de hand van de beoordelingscriteria en feedback te geven.

Vraag de studenten of zij nog andere taken kunnen bedenken van de praktijkopleider bij het beoordelen en examineren.

Taken van de praktijkopleider bij voorbereiden examen

De praktijkopleider heeft als taak om het examen voor te bereiden door het opstellen van de beoordelingscriteria, het regelen van de examenruimte en het selecteren van de examinatoren.

Vraag de studenten of zij nog andere taken kunnen bedenken van de praktijkopleider bij het voorbereiden van het examen.

VROEG-WACKERmethode

De VROEG-WACKERmethode is een gestructureerde methode voor het beoordelen van vaardigheden en bestaat uit zes stappen: Voorbereiden, Roepen, Observeren, Evalueren, Gegevens verzamelen en Wegen, Afspreken, Controleren, Kwalificeren, Evalueren en Reflecteren.

Geef de studenten de mogelijkheid om vragen te stellen over de VROEG-WACKERmethode.

Startgesprek praktijkexamen

Een startgesprek voor een praktijkexamen is bedoeld om de student gerust te stellen, de procedure van het examen uit te leggen en eventuele vragen te beantwoorden.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van vragen die gesteld kunnen worden tijdens een startgesprek.

Beoordelingsgesprek

Een beoordelingsgesprek is bedoeld om de prestaties van de student te bespreken en feedback te geven.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin een beoordelingsgesprek kan plaatsvinden.

Beoordelingscriteria

Goede beoordelingscriteria zijn specifiek, meetbaar, realistisch en relevant.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van beoordelingscriteria die aan deze kenmerken voldoen.

Objectiviteit

Objectiviteit is belangrijk bij het examineren omdat het ervoor zorgt dat de beoordeling gebaseerd is op feiten en niet op persoonlijke voorkeuren.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin objectiviteit belangrijk is bij het examineren.

Feedback geven

Feedback geven is belangrijk omdat het de student inzicht geeft in zijn/haar prestaties en hem/haar helpt verbeteren.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin feedback geven belangrijk is bij het examineren.

Voorbereiding examen

Een goede voorbereiding van het examen is belangrijk omdat het ervoor zorgt dat het examen soepel verloopt en de student zich op zijn/haar gemak voelt.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin een goede voorbereiding van het examen belangrijk is.

Reflectie

Reflectie is belangrijk omdat het de student inzicht geeft in zijn/haar sterke punten en verbeterpunten en hem/haar helpt te groeien.

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin reflectie belangrijk is bij het examineren.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.