Be Fit leerjaar 2 Biologie introductie

Biologie: de bloedsomloop
  • Be fit werkboekje
  • Bio met Joost
  • Conditie en gezondheid
  • 3 opdrachten (Be fit)
  • SO vrijdag en huiswerk
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Biologie: de bloedsomloop
  • Be fit werkboekje
  • Bio met Joost
  • Conditie en gezondheid
  • 3 opdrachten (Be fit)
  • SO vrijdag en huiswerk

Slide 1 - Diapositive

Werkboek Be fit
Komende weken:
  • Werkboekje invullen
  • Tests en metingen
  • Werken aan je conditie 

Slide 2 - Diapositive

Bio met Joost
  • Herhaling werking van het hart
  • Hartritme

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Opdracht 1:
  • Meet je hartslag
  • Voel je hals(slagader) of je pols
  • Tel het aantal slagen
  • Docent houd de tijd bij (1 min)
  • Schrijf op in je werkboek
timer
1:00

Slide 5 - Diapositive

Conditie verbeteren
  • Stel je persoonlijke doelen (hoe is je conditie nu?)
  • Kijk naar je voeding en beweeggewoontes
  • Kleine veranderingen op basis van de schijf van vijf
  • Stap voor stap

Slide 6 - Diapositive

Gezondheid

Een goede gezondheid is afhankelijk van:

  • lichamelijk welzijn
  • geestelijk welzijn
  • maatschappelijk welzijn



Slide 7 - Diapositive

Factoren van invloed op gezondheid
  1. Eten
  2. Slapen
  3. Bewegen

Slide 8 - Diapositive

Norm gezond bewegen

Minimale beweging die iemand nodig heeft om gezond te blijven.


Jongeren (4-17 jaar):

Dagelijks 1 uur rustig bewegen en 2x per week kracht- en lenigheidsoefeningen


Volwassenen (18-55 jaar):

dagelijks minstens een half uur rustig bewegen


Ouderen (55+):

dagelijks minstens een half uur rustig bewegen

Slide 9 - Diapositive

bewegen is gezond
  • Het houdt je lichaam in conditie, soepel en sterk
  • het stimuleert jouw spijsverteringssysteem
  • Je slaapt beter
  • bewegen vermindert stress
  • het brengt je in contact met andere mensen. Het levert dus sociale contacten op
  • je kunt in het sporten sociale vaardigheden oefenen. Zo leer je samenwerken en

elkaar helpen.

Slide 10 - Diapositive

Fitnorm

Voor een goede conditie is meer nodig dan de norm gezond bewegen.


Om fit te worden en blijven moet je minstens 3x per week minstens 20 minuten intensief bewegen.

Slide 11 - Diapositive

Maak 10 x kniebuiging (Squat)
Meet direct daarna de hartslag
Schrijf dit op in je werkboek

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 2:
  • Meet je hartslag na de kniebuigingen
  • Voel je hals(slagader) of je pols 
  • Tel het aantal slagen
  • Docent houd de tijd bij (1 min)
  • Schrijf op in je werkboek
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 3:
Zoek een filmpje op over: Conditie 

Zet in je werkboek bij les 1. conditie en voeding:
  1. Beschrijf waar het filmpje over ging
  2. Wat heb je ervan geleerd

Slide 14 - Diapositive

Huiswerk
Vrijdag 22 maart: Leren SO (Thema 3 BS1 en BS2, Bloed en bloedsomloop) 
Woensdag 27 maart: Ingevuld gezondheidspaspoort (gewicht, lengte, etc)

Bloeddruk meten we dan in de les
Hartslag meten we nog een keer aan het eind van het project. (rond 21 april)

Slide 15 - Diapositive

Voeding
Hoe eet ik gezond?
Sporten en voeding
Uitrekenen BMI

Slide 16 - Diapositive

Schijf van vijf
Groente en fruit
Brood, granen, aardappelen, rijst, pasta, couscous en peulvruchten
zuivel, vlees, vis, ei en vleesvervangers
Vetten en olie
Dranken

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Voedingsstoffen
  • koolhydraten
  • vetten
  • eiwitten

Slide 19 - Diapositive

Koolhydraten

Koolhydraten zitten bijvoorbeeld in brood, pasta en rijst.


Koolhydraten leveren energie aan jouw lichaam

Slide 20 - Diapositive

Vetten

Ook vetten leveren energie. Deze zijn moeilijker te verwerken en daarom minder geschikt vlak voor inspanning.


Onverzadigde vetten

Hebben gezonde eigenschappen. Zo spelen ze een rol in het voorkomen van hart- en

vaatziekten.

Deze onverzadigde vetten zitten onder andere in olie, noten en vis


Verzadigde vetten

geven juist risico op hart- en vaatziekten.

Deze zitten vooral in chocolade, snacks en gebak

Slide 21 - Diapositive

Eiwitten
Het lichaam vernieuwt en herstelt constant. Eitwitten vormen een belangrijke bouwstof voor dit herstel.

Slide 22 - Diapositive

Overige voedingsstoffen
  • Vocht
  • Vezels
  • Vitaminen


Deze krijg je voldoende binnen als je volgens de

schijf van vijf eet.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Sporten en voeding

Slide 25 - Diapositive

Voeding voor, tijdens en na het sporten

Eten voor het sporten:

  • Eet 3 tot 4 uur voor je inspanning je laatste grote maaltijd. iets kleins kan wel nog (zoals kwark, boterham of fruit)
  • Vermijd grote hoeveelheden vetten
  • Drink geen koolzuurhoudende dranken voor het sporten.

Slide 26 - Diapositive

Voeding voor, tijdens en na het sporten
  • Pas na een uur intensief sporten is aanvulling van de koolhydraten nodig.
  • Ook drinken is pas na een uur intensief sporten van belang.


Jouw lichaam heeft voldoende voorraad om dit vol

te kunnen houden

Slide 27 - Diapositive

Voeding voor, tijdens en na het sporten

Na het sporten moeten de volgende voorraden worden aangevuld:

- koolhydraten voor energie

- vocht 

- eiwitten voor herstel


Gunstig is bijvoorbeeld een schaaltje yoghurt met fruit (vocht, eiwit, koolhydraten).

Slide 28 - Diapositive

Opdracht:
  • Vul je Be fit boekje in
  • Bereken je BMI:
  •  (https://www.voedingscentrum.nl/nl/bmi-meter)
  • Eet jij voldoende uit de schijf van vijf? 
  • Wat kun je verbeteren?

Slide 29 - Diapositive

Duursporten
  • Lange rustige belasting energie uit vetten.
  • Inspanning verhoogt - koolhydraat verbranding omhoog.
  • Vetvoorraad bijna 'onuitputtelijk'

  • Duursporters die 5uur per week aan intensieve duursport doen.
  • Voeding: 
65% koolhydraten, 20% vetten, 15% eiwitten 

Slide 30 - Diapositive

Krachtsporten
  • Ontwikkeling spierkracht staat voorop.
  • Vergroting van de omvang  van de spiervezel
  • Normaal persoon 0,5 gram eiwit per kg lichaamsgewicht: 35 gram bij 70 kilo
  • Een krachtsporter die 70 kilo , neemt 84 tot maximaal 140 gram eiwit per dag. 
  • Ook fanatieke duursporters: Namelijk 1,4 gram per kilo lichaamsgewicht per dag. Oftewel 98 gram eiwit als je 70 kilo weegt


Slide 31 - Diapositive

Eetmeter
Tip: download de app

  1. Houd een of meerdere dagen bij hoeveel je eet

Slide 32 - Diapositive

Wees blij met jezelf!
  • Resultaat is altijd een moment opname
  • Beelden op social media zijn vaak bewerkt
  • Stel haalbare doelen, maak kleine stappen

Slide 33 - Diapositive

Sport en beweeg je
voldoende (fitnorm)?

Slide 34 - Carte mentale

Wat zou je willen verbeteren?

Slide 35 - Carte mentale

Wat is GEEN krachtsport
A
gewichtheffen
B
sumoworstelaar
C
sprinter
D
langeafstandschaatser

Slide 36 - Quiz

Volgende week
  • Jam maken (hygienisch werken, conserveren, suikergehalte en zuurgraad meten)
  • Ontwerp sporttenue
  • of eventueel bezoek aan sportvelden UT terrein en onderhoud door Krinkels

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Lien