Trappen van vergelijking (als/dan) - maken

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

De trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking

DOEL

trappen van vergelijking en als/dan

- Je leert wat trappen van vergelijking zijn.

- Je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking

De trappen van vergelijking

Stellende trap	Vergrotende trap	Overtreffende trap
aardig	aardig er	het aardig st
lekker	lekkerder	het lekkerst
lief	liever	het liefst

Schrijf de trappen van vergelijking op. Denk aan de spelling!
vies - ... - ...

Schrijf de trappen van vergelijking op. Denk aan de spelling!
dun - ... - ...

Vul de trappen van vergelijking in
groot - ................ - .................

Vul de trappen van vergelijking in
breed - ................ - .................

Vul de trappen van vergelijking in
goed - ................ - .................

Trappen van vergelijking

ALS =

DAN =

vergrotende trap

Eindigt het woord op er: DAN

stellende trap

even / net zo

ALS

als / dan

Mijn schooltas is zwaarder 

die van Emma. 

1. als
2. dan

als / dan

Mijn zus heeft evenveel schoenen

ik.

1. als
2. dan

als / dan

Hij is er net zo goed in

mijn vader.

1. als
2. dan

Wat past er op de puntjes?:
Mijn oudere broer verdient .......... ik als pizzakoerier

1. beter
2. meer dan
3. meer als
4. minder

Wat past er op de puntjes?:
Mijn zus is .......... onze moeder

1. even lang als
2. dikker als
3. dunner als
4. langer als

Wat past er op de puntjes?:
Zijn mobieltje is ..... dat van mij.

1. ouder als
2. nieuwer dan

Wat past er op de puntjes?:
Senna is groter ..... Yael.

1. als
2. dan

Yael kan even goed hockeyen ..... Senna.

1. als
2. dan

Yael woont langer in Eindhoven ....Senna.

1. als
2. dan

Gelukkig was de vraag niet groter ..... het aanbod.

1. als
2. dan

Hij is net zo leuk ..... jij.

1. als
2. dan

Ik ken zijn broer beter ..... zijn zus.

1. als
2. dan

Als je cijfers niet beter worden, zit er niets anders op ..... over een ander school te gaan nadenken.

1. als
2. dan

Zij is zeker niet beter in grammatica ..... Gerard.

1. als
2. dan

Dat nieuwe lokaal heeft dezelfde afmetingen ..... de oude lokalen.

1. als
2. dan

De nieuwe spits scoort meer ..... men van hem verwachtte.

1. als
2. dan

Maak nu zelf een zin. Gebruik de stellende trap

Maak nu zelf een zin. Gebruik de vergrotende trap.

Maak nu zelf een zin. Gebruik de overtreffende trap

Wat vond je van deze les?

Makkelijk!

Best nog lastig

Ik begin het door te krijgen

Ik snap het helemaal!