D4 L34 VD intro
1 / 11
La durée de la leçon est: 5 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
We hebben gisteren (voetballen).
We hebben gisteren (voetballen).
Slide 2 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Het koor heeft hard (oefenen).
Het koor heeft hard (oefenen).
Slide 3 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Lisa is gisteren (verjaren).
Lisa is gisteren (verjaren).
Slide 4 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Het document werd (verwijderen).
Het document werd (verwijderen).
Slide 5 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Ik heb het examen (kunnen).
Ik heb het examen (kunnen).
Slide 6 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Sam heeft vandaag nog niet (bidden).
Sam heeft vandaag nog niet (bidden).
Slide 7 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
De atleet heeft 100 kg (heffen).
De atleet heeft 100 kg (heffen).
Slide 8 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Dean werd (afwijzen) door die jongen.
Dean werd (afwijzen) door die jongen.
Slide 9 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Mijn brood is niet voldoende (rijzen).
Mijn brood is niet voldoende (rijzen).
Slide 10 - Question ouverte
Noteer de juiste vorm van het werkwoord.
Heb je de fouten (deleten).
Heb je de fouten (deleten).
