2KGT H3 TV1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Het lijdend voorwerp.

Wat moet je kunnen om het lijdend voorwerp uit een zin te halen?

1. De persoonsvorm (gezegde) uit de zin halen

2. Het onderwerp uit de zin halen

3. De vraag stellen: Wie/Wat + persoonsvorm (gezegde) + onderwerp?

Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp

Tekst

Nog een keer...

Ik geef Senna een cadeau.

PV = geef

OW = Ik

(wie/) wat geef ik?

Het antwoord op deze vraag is -een cadeau-

Dus -een cadeau- is het lijdend voorwerp.

Ik zal nooit spruitjes lusten.

PV (gezegde) = zal lusten

OW = Ik

(wie/) wat zal ik lusten?

Het antwoord op deze vraag is - spruitjes-

Dus het lijdend voorwerp is -spruitjes-

Nu jij!

Wat is het lijdend voorwerp?

De jongen eet veel taart.

1. De jongen
2. veel taart
3. eet
4. geen lijdend voorwerp

Wat is het lijdend voorwerp?

Klas 2 leert het lijdend voorwerp vinden.

1. Klas 2
2. leert
3. het lijdend voorwerp
4. vinden

Wat is het lijdend voorwerp?

Vindt u dat ook?

1. vindt
2. u
3. dat
4. ook

Wat is het lijdend voorwerp?

De mug steekt de man.

1. De mug
2. mug
3. man
4. De man

Wat is het lijdend voorwerp?

De hond en de kat spelen tikkertje met het kind.

1. hond
2. kat
3. kind
4. tikkertje

Wat is het lijdend voorwerp?

De jongen schrijft zijn huiswerk op.

1. zijn huiswerk
2. De jongen
3. wie
4. schrijft

Begin nu aan je huiswerk.

Stel vragen als je het nog lastig vindt.