Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
woensdag 12 januari
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
1 / 17
suivant
Slide 1:
Diapositive
Middelbare school
Cette leçon contient
17 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenschat
Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: regels en straf
Schrijf het woord op en ook de betekenis.
Slide 1 - Diapositive
afhankelijk
bepaald of geregeld door iets of iemand anders
je hebt iets of iemand nodig
werkwoord: afhankelijk
zijn van
Zin: Ik ben
afhankelijk
van de docent anders kan ik geen Nederlands leren.
Zin: Wij zijn
afhankelijk
van vaccins anders worden we ziek.
Slide 2 - Diapositive
afsluiten
(deelbaar werkwoord)
aan het einde doen, besluiten
afronden / het is klaar
dicht doen
Zin: Ik
sluit
de fles
af
met een dop, anders lekt er water uit.
Zin: Ik
sluit
straks wel
af
, dan doe ik alle deuren dicht.
Slide 3 - Diapositive
de hoeveelheid
een woord dat je gebruikt voor iets waarvan je niet precies weet wat het aantal is
misschien weinig of misschien veel
Zin: Zij leent een
hoeveelheid
boeken van de bibliotheek.
Zin:
De hoeveelheid
is niet duidelijk, ik weet niet hoeveel het er zijn.
Slide 4 - Diapositive
het gram (g)
een maat
voor
hoe zwaar
iets is
een maat voor een heel klein
gewicht
meervoud:
gram
Zin: Ik kan
wegen
hoeveel gram de schaal weegt.
Zin: Het kuiken
weegt
maar 95 gram, dat is heel
licht
.
Slide 5 - Diapositive
de kilo (kg)
een
gewicht
van
1000 gram
meervoud
: kilo's
Zin: Het pak suiker weegt één
kilo
.
Zin: Als ik op de weegschaal sta zie je dat ik 61
kilo
weeg.
Slide 6 - Diapositive
Welk woord hoort in de zin?
Ik ben ................ ......... mijn docent want anders leer ik de taal niet.
A
afhankelijk van
B
gezond door
C
gelukkig met
D
verliefd op
Slide 7 - Quiz
Wat betekent
afhankelijk
A
Dat je iemand of iets niet aardig vindt.
B
Dat je alles zelf kunt.
C
Dat je iemand of iets nodig hebt.
D
Dat je iemand of iets gezellig vindt.
Slide 8 - Quiz
Als ik een fles ............. dan doe ik de dop erop.
Anders loopt het water eruit.
Slide 9 - Question ouverte
De directeur sluit de speech af met een mooie wens voor ons allemaal.
Wat betekent deze zin?
A
Dat de wens het begin is van de speech.
B
Dat de wens het einde is van de speech.
Slide 10 - Quiz
Waar zie je hier
een hoeveelheid?
A
B
C
D
Slide 11 - Quiz
Vul een woord in van iets waarvan
je een hoeveelheid kunt hebben.
Slide 12 - Carte mentale
Een gram zegt iets over .....................
A
de afstand
B
de lengte
C
het gewicht
Slide 13 - Quiz
Om koekjes te maken heb ik
100 .......... meel nodig.
Slide 14 - Question ouverte
Hoeveel gram zit er in 1 kilo?
A
1
B
1000
C
10
D
100
Slide 15 - Quiz
Zoek een foto van iets dat
één kilo (kg) weegt.
Slide 16 - Question ouverte
Zinnen maken
Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden:
1 kilo, een gram, de hoeveelheid, afsluiten, afhankelijk
Slide 17 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Woensdag 14 december 2022
December 2022
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Les 5
January 2022
- Leçon avec
20 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
1) Redactiesommen 8
November 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Rekenen
Basisschool
Groep 7,8
gewicht in de keuken - opleidingsfase
September 2023
- Leçon avec
28 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
toetsles inhoud en gewicht-opleidingsfase
September 2023
- Leçon avec
28 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
Les 1. Introductie BBKBGL
April 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Groen
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3
O-uur les 8 - Gewicht
December 2023
- Leçon avec
43 diapositives
Rekenen
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1,2
Klas 1 N&T verbindingen oefentoets
January 2021
- Leçon avec
17 diapositives
Bouwtechniek
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1