Bezitsvorm, afkortingen en apostrof

Bezitsvorm, afkortingen en apostrof

Spelling - klas 1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bezitsvorm, afkortingen en apostrof

Spelling - klas 1

Slide 1 - Diapositive

Zo ging het maken van mijn huiswerk:
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

rug + prik

Slide 3 - Question ouverte

zon + bank

Slide 4 - Question ouverte

station + straat

Slide 5 - Question ouverte

Huiswerk bespreken
Opdracht 2 en 6 op Learnbeat bij onderdeel 9.2 J 
Opdracht 2 op Learnbeat bij onderdeel 9.2 C 

Slide 6 - Diapositive

Ik kan een bezitsvorm op de juiste manier schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Sondage

Bezitsvorm
De bezitsvorm van een zelfstandig naamwoord maak je meestal door er een -s achter te zetten. 

Voorbeeld: 
de mountainbike van mijn broer --> mijn broers mountainbike
de passer van Farah --> Farahs passer 
het broodje van Corné --> Cornés broodje

Slide 8 - Diapositive

Bezitsvorm
Eindigt het zelfstandig naamwoord op een a, i, o, u of y die lang klinkt? Schrijf dan een apostrof voor de s. 

Voorbeeld: 
Mila's regels 
Amy's roddels

Slide 9 - Diapositive

Bezitsvorm
Eindigt het zelfstandig naamwoord op een sisklank? Schrijf dan alleen een apostrof.  

Voorbeeld: 
Morris' kaartspel
Patrice' gereedschap

Slide 10 - Diapositive

de tante van Oscar -->

Slide 11 - Question ouverte

het boek van Eli -->

Slide 12 - Question ouverte

de telefoon van Max -->

Slide 13 - Question ouverte

het kabinet van Rutte -->

Slide 14 - Question ouverte

Afkortingen
Er zijn geen duidelijke regels voor de spelling van afkortingen. De meest voorkomende manieren om een afkorting te schrijven: 
  • met kleine letters en punten (i.p.v., bijv.) 
  • met kleine letters zonder punten (cm, vwo) 
  • met hoofdletters en zonder punten (KLM, VN) 
  • met hoofdletters en punten (Z.K.H.) ---> heel zeldzaam 

Slide 15 - Diapositive

Apostrof
Een apostrof heb je soms nodig om uitspraakproblemen te voorkomen, bijvoorbeeld bij sommige meervoudsvormen, bezitsvormen en verkleinwoorden. Je kunt 'm ook gebruiken als je letters weglaat.

Slide 16 - Diapositive

Belangrijkste regels apostrof
bij het meervoud van zn op -a, -i, -o, -u of -y (met een medeklinker voor de y)
radio's, taxi's, baby's
bij het meervoud van letters en afkortingen
mp3's, cd's
bij het verkleinwoord van letters, cijfers, afkortingen en woorden die eindigen op een -y (met een medeklinker ervoor)
party'tje, p'tje, 4'tje, dvd'tje 
bij de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden
oma's breiwerk, Lars' idee 
bij achtervoegsels van afkortingen
zzp'er, sms'en 
als je in een woord letters weglaat. Deze vervang je door een apostrof.
's avonds, jus d'orange, 't waait 
Gebruik een apostrof:

Slide 17 - Diapositive

Welk woord is goed geschreven?
A
menuus
B
menu's

Slide 18 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
cdtje
B
cd'tje

Slide 19 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
Inez' huis
B
Inez's huis

Slide 20 - Quiz

Welk woord is goed geschreven?
A
s' avonds
B
's avonds

Slide 21 - Quiz

Welke afkorting is goed geschreven?
A
dmv.
B
d.mv.
C
dm.v.
D
d.m.v.

Slide 22 - Quiz

Ik kan de bezitsvorm op de juiste manier schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Ik kan de apostrof op de juiste manier gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Huiswerk
Maken opdracht 3, 4, 5, 7 en 8 op Learnbeat 9.2 K

1c: maandag 03/03 - 2de uur 
1d: maandag 03/03 - 3de uur 
1g: maandag 03/03 - 4de uur 

Slide 25 - Diapositive

Schrijven eigen boek

Slide 26 - Diapositive