Hoofstuk 3 Par 7 donderdag 7 november

Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 Geld voor de overheid

Slide 1 - Diapositive

Lesopening
Lesdoelen voor vandaag, de samenhang kunnen uitleggen:
- Begrotingstekort
- Begrotingsoverschot
- Staatschuld
- Niet- belastingmiddelen
- Profijtbeginsel
- Solidariteitsbeginsel

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
- Boxen en soorten belastingen
    - Vennootschapsbelasting ( Proportionele belastingheffing)

    - Vermogensrendementsheffing


Slide 3 - Diapositive

Nakijken
Opgave 10 blz. 107
  • a. € 190.000:100 x 0,60% = € 1.140,-
  • b. € 36.950 + € 1.140 - € 988,- - € 7.000,- = € 30.102.-
  • c.

Slide 4 - Diapositive

Nakijken
Opgave 11 bladzijde 107
  • a. € 47.500 - € 30.846 = € 16.654,-  Na vrijstelling
  •     € 16.654 : 100 x 1,789% = € 297,- Berekend inkomen
  •    € 297,- : 100 x 30% = € 89,- Te betalen belasting

  • b. BOX 3

Slide 5 - Diapositive

Nakijken
opgave 12 blz. 107
  • a. €70.000:100 x 10% = € 7.000,-
  • b. Box 2
  • c. € 7.000,- :100 x 26,25% = € 1.837,-

Slide 6 - Diapositive

Nakijken
Opgave 13 bladzijde 107

Slide 7 - Diapositive

Hoofdstuk 3
Paragraaf 7  Overheidsfinanciën

Slide 8 - Diapositive

Financiën van de overheid

  • De rijksbegroting laat alle verwachte inkomsten en uitgaven van het komende jaar zien. 
  • De miljoenennota is een toelichting op deze begroting.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Belangrijkste inkomsten overheid
  • Directe belastingen   (oa. Loonbelasting)
  • - Indirecte belastingen               (BTW. en  accijnzen)
  • - premies volks- en               werknemersverzekeringen
  • - Niet-belastingontvangsten:
  •       - boetes
  •       - winst aandelen
  •      - collegegeld

Belangrijkste uitgaven overheid
  •  Sociale zekerheid
  • Zorg
  • Onderwijs, Cultuur & Wetenschap

Slide 11 - Diapositive

Begrotingstekort
Als de overheid meer uitgaven dan inkomsten verwacht, heeft ze een begrotingstekort.

Tegenovergestelde is een 
begrotingsoverschot. 


Slide 12 - Diapositive

Begrotingstekort oplossen:
-  bezuinigen (minder uitgeven)      
- belastingen verhogen 
- extra lenen --> staatsschuld stijgt --> rentekosten stijgen

--> afspraken EMU: staatsschuld max 3% van het BBP



Slide 13 - Diapositive

Profijtbeginsel
  • Je betaalt als je ergens gebruik van maakt
  • Voorbeeld: wegenbelasting, de kilometerheffing of de hondenbelasting

Slide 14 - Diapositive

Draagkrachtbeginsel
''sterkste schouders dragen de zwaarste lasten''
  
Mensen met een hoger inkomen betalen een hoger belastingpercentage
 (progressieve belastingheffing in box 1)

Slide 15 - Diapositive

Solidariteitsbeginsel
Het solidariteitsbeginsel betekent dat iedereen een deel van zijn inkomen moet afstaan voor de mensen die zelf geen inkomen kunnen verdienen.

Bij werknemers worden de premies voor de sociale verzekeringen ingehouden op het brutoloon.

Slide 16 - Diapositive

Samen
Opgave 8 bladzijde 110
  • a.  € 81,8 miljard van € 295 miljard --> 81,8: 295 x 100% = 27,7 %

  • b. € 304,7 miljard - € 295 miljard =  € 9,7 miljard overschot

  • c. Staatschuld wordt lager, want met het overschot kan je aflossen.

Slide 17 - Diapositive

Maken opdrachten 
6t/m 12  bladzijde 110 en 111

 


Zelf aan de slag

Slide 18 - Diapositive

Evaluatie en huiswerk
  • Hoe ging het? 
  • Opmerkingen?
  • Vragen?

HUISWERK: wat niet af is! 

Slide 19 - Diapositive