Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke betekenis van smaak waarschuwt ons wanneer voedsel bedorven is?
Slide 2 - Question ouverte
Welke eigenschap is NIET noodzakelijk om smaakstoffen te kunnen proeven?
A
De stof moet een bepaalde concentratie hebben.
B
De stof moet oplosbaar zijn.
C
De stof moeten we over onze hele tong proeven.
Slide 3 - Quiz
Welke betekenis van smaak beoordeelt de kwaliteit van het eten en zorgt dat we van eten genieten?
Slide 4 - Question ouverte
Wat is onze vijfde smaak?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Proef 1:
Drink een slokje pompelmoessap.
Drink daarna het glas in één keer leeg.
Slide 7 - Diapositive
Het pompelmoessap proefde
Minder bitter
Meer bitter
Slide 8 - Sondage
Dit komt omdat de prikkel
Herhaalt
Langdurig is
Slide 9 - Sondage
Omcirkel het juiste antwoord:
Het pompelmoessap proefde minder/meer bitter.
Dit komt omdat de prikkel herhaalt/langdurig is.
Pagina 76
Slide 10 - Diapositive
Proef 2:
Drink het glas in slokjes leeg.
Slide 11 - Diapositive
De eerste slok proefde
Minder bitter
Meer bitter
Slide 12 - Sondage
Dit komt omdat de prikkel
Herhaalt
Langdurig is
Slide 13 - Sondage
Omcirkel het juiste antwoord:
De eerste slok cola proefdeminder/meer zoet.
Dit komt omdat de prikkel herhaalt/langdurig is.
Pagina 76
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
ADAPTATIE
Vermindering van de gevoeligheid door voortdurende prikkeling.
Pagina 77
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Mengen van smaakstoffen
Wat gebeurt er als we een mengsel van 2 verschillend smakende stoffen tegelijkertijd in de mond nemen?
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Zuur
Slide 21 - Diapositive
Zuur
Suiker
Slide 22 - Diapositive
Vaststelling:
De waargenomen zuurheid neemt af.
Pagina 78
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Zuur
Suiker
Slide 25 - Diapositive
Vaststelling:
De waargenomen zuurheid stijgt.
Pagina 78
Slide 26 - Diapositive
Besluit
Smaakstoffen kunnen elkaar onderling beïnvloeden.
De smaakkwaliteit of de oorspronkelijke smaaksterkte van een bestanddeel kan gewijzigd worden door menging.
Pagina 78
Slide 27 - Diapositive
Pagina 79
Slide 28 - Diapositive
Zout
Versterkt de zoete smaak bij een zoet gebak
Pagina 79
Slide 29 - Diapositive
Suiker
Zwakt het zure van vruchtensappen af
Pagina 79
Slide 30 - Diapositive
Temperatuur
We kunnen enkel stoffen die opgelost zijn proeven. Hitte bevordert de beweging van de moleculen en versterkt dus de smaak.
Hoe warmer iets is, hoe sterker we de smaak ervaren.
Pagina 79
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Bij verse tomatensoep suiker toevoegen om het zure te verminderen is een voorbeeld van:
A
Temperatuur beïnvloedt de smaakwaarneming
B
Adaptatie
C
Smaken kunnen elkaar onderling beïnvloeden
Slide 33 - Quiz
Een citroen die minder zuur smaakt na een paar happen is een voorbeeld van:
A
Temperatuur beïnvloedt de smaakwaarneming
B
Adaptatie
C
Smaken kunnen elkaar onderling beïnvloeden
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Geef het begrip:
Smaak- en geurmoleculen vormen samen het .......................
Slide 42 - Diapositive
Geef het begrip:
De ............................................................... van smaak is het beoordelen van de kwaliteit van eten en drinken om van eten en drinken te kunnen geniete.
Slide 43 - Diapositive
Geef het begrip:
....................................... is de vijfde smaak en is een van oorsprong Japans woord dat 'heerlijkheid' of 'hartig' betekent.
Slide 44 - Diapositive
Geef het begrip:
........................................... is de vermindering van de gevoeligheid door voortdurende prikkeling.
Slide 45 - Diapositive
Geef het begrip:
De ............................................................. van smaak is vooral je waarschuwen wanneer voedsel bedorven is. Je smaakwaarneming beschermt je om het voedsel niet op te eten.