3a Leesbegrip objectieve en subjectieve informatie

3a Leesbegrip objectieve en subjectieve informatie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3a Leesbegrip objectieve en subjectieve informatie

Slide 1 - Diapositive

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Ik (her)ken het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie.
Ik kan bepalen voor welk leespubliek een tekst is geschreven.

Slide 3 - Diapositive

Objectieve informatie
Neutraal, feiten, eigen mening schrijver speelt geen rol
Vragen: Is dit waar? Is dit echt zo gebeurd? Klopt dit met wat ik weet?


De Universtiteit Maastricht betaalde cybercriminelen 197.000 euro.

Slide 4 - Diapositive

Geef een voorbeeld van objectieve informatie

Slide 5 - Question ouverte

Subjectieve informatie
De eigen mening van de schrijver komt duidelijk naar voren. Schrijver geeft een interpretatie.

Vragen: Vind ik dit ook? Komt dit overeen met mijn eigen waarneming of ervaring?
Het is zoals de verteller verwoordt in de eerste zinnen van het verhaal: "Magie: het was iets waarvan Harry dacht dat het erg goed was."

Slide 6 - Diapositive

Geef een voorbeeld van subjectieve informatie

Slide 7 - Question ouverte

Bevat de volgende zin subjectieve of objectieve informatie?
De lieve kindertjes maakten braaf hun huiswerk.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quiz

Herschrijf de volgende zin, zodat deze objectieve informatie bevat: De lieve kindertjes maakten braaf hun huiswerk.

Slide 9 - Question ouverte

Leespubliek

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Zelfstandig werken
Lezen 2.3: maken en nakijken opdracht 1 t/m 7 op blz. 110 t/m 115.
Klaar? 
Lezen 2.3: maken opdracht 8 t/m 10 en 12 t/m 15 + 16 OF 17 op blz. 116 t/m 121.

Slide 12 - Diapositive

Exit ticket
Schrijf op een Post It het verschil tussen subjectieve en objectieve informatie.

Slide 13 - Diapositive