Oefentoets Krachten

Oefentoets Krachten
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Krachten

Slide 1 - Diapositive

Kan je krachten zien?
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Krachten zijn WEL / NIET altijd even groot.
A
wel
B
niet

Slide 3 - Quiz

Hieronder staat een lijst met krachten.
 Ernaast staat een lijst met apparaten.  Wat hoort bij elkaar?  

Fiets
Katapult
Knijprem
Zeilboot
Parachute
Spierkracht
Veerkracht
Windkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 4 - Question de remorquage

Waar staat de afkorting s voor?
A
Snelheid
B
Stroomsterkte
C
Afstand
D
Tijd

Slide 5 - Quiz

Wat is de goede formule om snelheid uit te rekenen?
A
v = s : t
B
v = s x t
C
s = v x t
D
s = v : t

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste eenheid voor de snelheid?
A
m/h
B
km/h
C
m/u
D
km/u

Slide 7 - Quiz

Je fietst met 20 km/h naar huis. Je doet daar 15 minuten over. Hoe ver heb je gefietst?
A
1,3 km/h
B
5 km/h
C
1,3 km
D
5 km

Slide 8 - Quiz

Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
N
B
kg
C
Fz
D
m

Slide 9 - Quiz

Kees heeft een massa van 55 kg. Wat is zijn zwaartekracht?
A
55 N
B
550 N
C
5,5 N
D
5500 N

Slide 10 - Quiz

Wat moet je altijd op de horizontale as zetten bij een afstand,tijd-diagram?
A
De afstand
B
De tijd

Slide 11 - Quiz

Hiernaast zie je een diagram. Om wat voor diagram gaat het?
A
Een plaats,tijd-diagram
B
Een afstand,tijd-diagram
C
Een snelheid,tijd-diagram
D
Een versnelling,tijd-diagram

Slide 12 - Quiz

Een lift gaat met constante snelheid
omhoog.
Van deze beweging zie je vier
mogelijke grafieken.
Welke grafiek hoort bij het
afstand,tijd-diagram?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Je ziet hiernaast een snelheid,tijd-diagram van een
eenparige beweging.
Welke afstand heeft het voertuig waar het hier over
gaat afgelegd in 5 seconden?
A
2,5 m
B
25 m
C
25 km
D
2,5 km

Slide 14 - Quiz

Dit is een afstand-tijddiagram.
Wat voor beweging is dit?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 15 - Quiz


Welke uitwerking kan een kracht hebben?
A
Voorwerp van vorm veranderen.
B
Het voorwerp van richting laten veranderen.
C
De snelheid van het voorwerp beïnvloeden.
D
Zowel de vorm, richting en snelheid van een voorwerp laten veranderen.

Slide 16 - Quiz


Nik zit op de fiets, het waait hard hij moet hard trappen om vooruit te komen. De blauwe pijl geeft de trapkracht aan, de rode de windkracht. In welke tekening gaat Nik steeds harder?
A
B
C

Slide 17 - Quiz

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 18 - Question de remorquage

Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting

Slide 19 - Question de remorquage

1
2
3
Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.
Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.
1: grootste kracht.
2: grootste kracht.
3: grootste kracht.

Slide 20 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen massa en gewicht?
A
Het is hetzelfde
B
Massa is in N en gewicht in kg
C
Massa is in kg en gewicht in N
D
Gewicht is overal hetzelfde en massa niet

Slide 21 - Quiz

krachtenschaal 1 cm = 50 N
vector is 5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
50 N
B
250 N
C
125 N
D
75 N

Slide 22 - Quiz

Wat is een eenheid van
snelheid?
A
uur per kilometer
B
kilometer per uur
C
meter
D
seconde

Slide 23 - Quiz

Reken om!

20 m/s = ... km/h
A
71 km/h
B
72 km/h
C
61 km/h
D
68 km/h

Slide 24 - Quiz

Noem 4 soorten krachten?

Slide 25 - Question ouverte

Als je iets laat vallen, valt het naar beneden.
Als je iets met je spieren doet bv. fietsen, je been spieren.
Als je een touw strak trekt, trekt het touw terug.
Als je een elastiekje uit elkaar trekt, en het vervolgens weer in de oude vorm gaat.
Als 2 magneten elkaar aantrekken.
Zwaartekracht
Spier kracht
Span kracht
Veer kracht
Magnetische kracht

Slide 26 - Question de remorquage

In welke eenheid meten we kracht?

Slide 27 - Question ouverte

Je hebt een voorwerp met een massa
van 0,1 kg. Hoe groot is de zwaartekracht die hier op werkt?

Slide 28 - Question ouverte

Wat heeft een hefboom?

Slide 29 - Question de remorquage

Sleep de onderdelen van de hefboom naar de beste plek.
Draaipunt
Lastarm
Werkarm
Werkkracht
Lastkracht

Slide 30 - Question de remorquage