Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Oefentoets Krachten
Slide 1 - Diapositive
Welke uitwerking kan een kracht hebben?
A
Voorwerp van vorm veranderen.
B
Het voorwerp van richting laten veranderen.
C
De snelheid van het voorwerp beïnvloeden.
D
Zowel de vorm, richting en snelheid van een voorwerp laten veranderen.
Slide 2 - Quiz
Nik zit op de fiets, het waait hard hij moet hard trappen om vooruit te komen. De blauwe pijl geeft de trapkracht aan, de rode de windkracht. In welke tekening gaat Nik steeds harder?
A
B
C
Slide 3 - Quiz
Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
Slide 4 - Question de remorquage
Aangrijpingspunt
Grootte van de kracht
richting
Slide 5 - Question de remorquage
1
2
3
Sleep het blokje 'grootste kracht' naar de juiste vector.
Let op dat je blokje 1 in blok 1 zet etc.
1: grootste kracht.
2: grootste kracht.
3: grootste kracht.
Slide 6 - Question de remorquage
Wat is het verschil tussen massa en gewicht?
A
Het is hetzelfde
B
Massa is in N en gewicht in kg
C
Massa is in kg en gewicht in N
D
Gewicht is overal hetzelfde en massa niet
Slide 7 - Quiz
krachtenschaal 1 cm = 50 N vector is 5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
50 N
B
250 N
C
125 N
D
75 N
Slide 8 - Quiz
Noem 4 soorten krachten?
Slide 9 - Question ouverte
Als je iets laat vallen, valt het naar beneden.
Als je iets met je spieren doet bv. fietsen, je been spieren.
Als je een touw strak trekt, trekt het touw terug.
Als je een elastiekje uit elkaar trekt, en het vervolgens weer in de oude vorm gaat.
Als 2 magneten elkaar aantrekken.
Zwaartekracht
Spier kracht
Span kracht
Veer kracht
Magnetische kracht
Slide 10 - Question de remorquage
In welke eenheid meten we kracht?
Slide 11 - Question ouverte
Je hebt een voorwerp met een massa van 0,1 kg. Hoe groot is de zwaartekracht die hier op werkt?
Slide 12 - Question ouverte
Wat heeft een hefboom?
Slide 13 - Question de remorquage
Sleep de onderdelen van de hefboom naar de beste plek.