Sociale competentie

Hoofdstuk 3

Sociale competentie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3

Sociale competentie

Slide 1 - Diapositive

Wat is een competentie?

Slide 2 - Carte mentale

Competentie =
  • bekwaam zijn op één of meerdere terreinen
  • kennis, vaardigheden en attitudes integreren in je handelen

Slide 3 - Diapositive

cognitieve competentie
technische competentie
fysieke competentie
verbale competentie

Slide 4 - Question de remorquage

sociale competentie

  • heeft te maken met omgang/relaties met anderen
  • je kan rekening houden met de situatie/context en je handelen hierop afstemmen
  • je kan een aangepaste strategie kiezen

Slide 5 - Diapositive

voorwaarden sociaal competent gedrag
  1. sociale interesse :   belang sociale doelstellingen
  2. sociale effectiviteit : doeltreffend kunnen optreden + verbale competentie
  3. rolneming en empathie: ander perspectief innemen + inleven
  4. probleemoplossend denken :oplossen sociale problemen

Slide 6 - Diapositive

Op buitenlandse stage.. Iets voor jou? 

Slide 7 - Diapositive

1. sociale interesse
Waarom denk je dat dit belangrijk is op een stage?

Slide 8 - Carte mentale

2. Sociale effectiviteit
= doeltreffend kunnen optreden in de omgang met anderen
Voorwaarde: vertrouwen in verbale competentie
SITUATIE
Tijdens de buitenlandse stage verblijven de leerlingen in appartementen. Je merkt dat een klasgenoot telkens verdwijnt wanneer er huishoudelijke taken moeten uitgevoerd worden. Omdat ze zich al een paar dagen wat minder voelt, durft niemand er iets van te zeggen. Je begint je hier aan te ergeren en wil dit bespreekbaar maken.  Hoe pak je dit aan? 

Slide 9 - Diapositive

3. Rolneming en empathie
Rolneming = 
de houding en reacties van anderen proberen begrijpen
de wereld bekijken vanuit het perspectief van de ander
Empathie=
jezelf in de plaats van de ander kunnen stellen en je inleven

Slide 10 - Diapositive

2

Slide 11 - Vidéo

00:51
Wat omschrijft volgens jou het best 'empathie'?
A
over gevoelens praten
B
perspectief van de ander innemen
C
medelijden hebben met anderen
D
jouw oordeel over het probleem van de ander delen

Slide 12 - Quiz

02:13
Waarom is een antwoord dat met 'ten minste...' begint niet empathisch?

Slide 13 - Question ouverte

4. Probleemoplossend denken
5 zaken die je moet kunnen om sociale problemen op te lossen:

  1. alternatieve oplossingen bedenken
  2. consequentieel denken
  3. middel-doel denken
  4. sociaal-causaal denken
  5. probleemgevoeligheid en conflicthantering

Slide 14 - Diapositive

Aan het werk: Op stage gaan in het buitenland is leuk maar af en toe kunnen er zich wel eens problemen voordoen...
  • Maak een groepje per 4 en lees de casus die je krijgt                                   Groep 1: probeer zoveel mogelijk verschillende oplossingen te bedenken en overdenk daarbij de gevolgen voor jou en de anderen                           Groep 2: maak een stappenplan over hoe je dit probleem kan aanpakken Groep 3: Hoe kan je met dit probleem gepast omgaan?                                Groep 4: Bedenk een oplossing die voldoet aan de 4 criteria
  • Deel met de groep de oplossingen die jullie bedachten en over welke vorm van probleemoplossend denken het gaat

Slide 15 - Diapositive

EXIT TICKET
Wat heb je vandaag geleerd over 'sociale competentie'?

Slide 16 - Diapositive