Kennisquiz 3e jaars

QUIZZZZZZZtijd
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

QUIZZZZZZZtijd

Slide 1 - Diapositive

Wat is het normale aantal ademhalingen per minuut bij volwassenen?
A
10-12 keer per minuut
B
9-14 keer per minuut
C
20-22 keer per minuut
D
22-25 keer per minuut

Slide 2 - Quiz

Hypertensie betekend hoge bloeddruk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Iedereen die oud is en zorg nodig heeft kan worden opgenomen in een verzorgingshuis / verpleeghuis
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

De circulatie of bloedsomloop zorgt ervoor dat de weefsels in het lichaam van zuurstof en voedingsstoffen worden voorzien.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Je gaat vaak rillen en klappertanden als de lichaamstemperatuur .......
A
daalt
B
stijgt

Slide 6 - Quiz

Welke 3 organen zorgen voor de vitale functies? (meerdere antwoorden zijn mogelijk!)
A
Hart
B
Longen
C
Hersenen
D
Maag

Slide 7 - Quiz

tot wanneer moet je de bloeddrukmeter op pompen
A
tot je de hartslag niet meer hoort
B
tot 160 bar op de pomp staat
C
Tot je cliënt zegt dat het pijn doet
D
Tot de cliënt paars aanloopt

Slide 8 - Quiz

De volgende factoren kunnen invloed hebben op meting bloeddruk.
A
medicijnen
B
volle blaas
C
emotie
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 9 - Quiz

Waarom moeten we vitale functies meten?
A
Omdat, we willen weten of alles nog werkt en of er een verstoring in de lichamelijke functies zit
B
omdat , we dit moeten van de arts
C
omdat, dit moet van de mantelzorgers

Slide 10 - Quiz

Wat is de belangrijkste oorzaak van COPD?
A
Ouderdom.
B
Verwaarloosde longontsteking.
C
Erfelijkheid
D
Roken

Slide 11 - Quiz

Wanneer iemand de medicatie weigert moet je dwang inzetten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

De urinewegen bestaan uit?
A
Nieren, Urethra, Blaas en Ureter
B
Nieren, Lever, Blaas en Urethra
C
Nieren, Ureter, Blaas en Lever
D
Urethra, Blaas, Zaadleider, Nieren

Slide 13 - Quiz

Mag je volgens de wet zorg en dwang de mevrouw met meerdere collega's onder de douche zetten? (verplicht douchen)
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Welke factoren kunnen constitutioneel eczeem verergeren?
A
Stress
B
Zwemmen
C
Veel water drinken

Slide 15 - Quiz

Wat is de grootste veroorzaker van vochtletsel?
A
Water en zeep
B
Urine en ontlasting
C
Verkeerd ondergoed
D
overmatig sporten

Slide 16 - Quiz

De huid helpt de aanmaak van
A
Vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine C
D
Vitamine D

Slide 17 - Quiz

Dit is een
A
Condoom
B
Gehoorapparaat
C
Hulpmiddel voor steunkousen
D
Geen flauw idee

Slide 18 - Quiz

De tillift

Slide 19 - Diapositive

Mag een gediplomeerd Helpende met een tillift werken ?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

1. De wet BIG staat voor:
A
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
B
Wet op de betrokkenen in de individuele gezondheidszorg
C
Wet op de beoefenaren in de individuele gezondheidszorg

Slide 21 - Quiz

Voor welke medicijnen heb je een dubbele handtekening nodig?
A
Alle opiaten
B
Alle zalven
C
Alle vloeibare drinkvoeding

Slide 22 - Quiz

Het beste moment om sputum op te vangen is
A
's ochtends
B
's middags
C
's avonds
D
's nachts

Slide 23 - Quiz

Hoeveelheid suiker in het bloed
Hormoon dat ervoor zorgt dat glucose wordt omgezet in glycogeen
Ziekte door problemen bij de productie van en/of reactie op insuline
Belangrijkste suiker in het bloed
Hormoon dat glycogeen wordt omgezet in glucose
glucosegehalte
insuline
diabetes
glucose
glucagon

Slide 24 - Question de remorquage


noodverband

drukverband

Slide 25 - Question de remorquage

Mechanische wond
Stralingswond
Infectiewond
Thermische wond

Slide 26 - Question de remorquage

Klaar!
Je hebt hard gewerkt topper!

Slide 27 - Diapositive