6.2 Voedsel voor veel mensen

Paragraaf 6.2 Voedsel voor veel mensen
Benodigheden
- Werkboek B
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 6.2 Voedsel voor veel mensen
Benodigheden
- Werkboek B
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 6.2 - Voedsel voor veel mensen -

  • Kun je uitleggen op welke manieren boeren efficiënt proberen voedsel te produceren?
  • Kun je uitleggen wat voor regels voor er voor boeren zijn wat betreft de mestproductie en bemesting?

Slide 2 - Diapositive

Bron 2

Slide 3 - Diapositive

Bron 4

Slide 4 - Diapositive

Bron 6

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Bron 8

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bron 10

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Bron 13

Slide 11 - Diapositive

De eieren die je in de supermarkt koopt zijn niet van legbatterijkippen. Toch eet jij waarschijnlijk dagelijks legbatterij-eieren. Waar zijn legbatterijen een voorbeeld van?
A
monocultuur
B
intensieve veeteelt

Slide 12 - Quiz

Als je legbatterij-eieren niet los kunt kopen hoe komen die dan toch in je voeding terecht?

Slide 13 - Question ouverte

Wanneer de melkkoeien buiten komen staan ze vaak op eentonige weilanden te grazen. Waar is dit een voorbeeld van?
A
monocultuur
B
intensieve akkerbouw
C
intensieve veeteelt en intensieve akkerbouw
D
monocultuur en intensieve veeteelt

Slide 14 - Quiz

Met welke maatregelen kan een melkboer de productie verhogen? Zet een vinkje bij de goede antwoorden.
Weidegang beperken
Krachtvoer geven
Pasgeboren kalfje bij de koe weghalen

Slide 15 - Question de remorquage

Wisselteelt wordt ingezet om zo min mogelijk gif te hoeven gebruiken. Waarom hebben de meeste boeren dan toch een monocultuur? Geef je eigen verklaring.

Slide 16 - Question ouverte

Het woord 'gewasbeschermingsmiddelen' klinkt vriendelijk, maar het gaat hier eigenlijk gewoon om gifstoffen. Wat zijn andere woorden voor gewasbeschemringsmiddelen? Zet het vinkje erbij.
Pesticide
Onkruidverdelger
Bestrijdingsmiddel
Biocide
Herbicide

Slide 17 - Question de remorquage

Het woord 'gewasbeschermingsmiddelen' klinkt vriendelijk, maar het gaat hier eigenlijk gewoon om gifstoffen. Wat zijn andere woorden voor gewasbeschemringsmiddelen? Zet het vinkje erbij.
Pesticide
Onkruidverdelger
Bestrijdingsmiddel
Biocide
Herbicide

Slide 18 - Question de remorquage

Een gemengd bedrijf heeft zowel akkerbouw als veeteelt. Welke invloed heeft dit op het gebruik van kunstmest door het bedrijf?
A
Het bedrijf gebruikt minder kunstmest omdat het de mest van de eigen veestapel kan gebruiken voor de akkerbouw.
B
Het bedrijf gebruikt evenveel kunstmest omdat de akkerbouw een monocultuur is en er dus veel mest nodig is.
C
Het bedrijf gebruikt meer kunstmest omdat voor zowel de akkerbouw als voor de veeteelt kunstmest nodig is.

Slide 19 - Quiz

Wat wordt aan vee gegeven om ze extra te laten groeien, behalve weinig bewegingsruimte?
A
proteïnedrank
B
krachtvoer
C
proteïnedrank en krachtvoer
D
groeihormonen

Slide 20 - Quiz