4.2A Voedselproductie

4.2 A: Voedselproductie
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4.2 A: Voedselproductie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ontstaat er een tekort aan energie, voedsel en grondstoffen?
A
Mensen gebruiken meer dan er is
B
Mensen gebruiken minder dan er is
C
Mensen vullen niet aan wat ze gebruiken
D
Mensen vullen steeds aan wat ze gebruiken

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je leert over de effecten van de voedselproductie op je omgeving

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
- Korte uitleg in lessonup
- Aan de slag met opdrachten
- Bewijs

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel vierkante meter met graan heb je nodig voor 1 brood?
A
1m2
B
0,6 m2
C
2m2
D
6m2

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gezin eet elke dag 1 brood, hoeveel m2 is dan nodig?
A
365 m2
B
730 m2
C
219 m2
D
1000 m2

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie produceren ons voedsel?
Akkerbouwers, tuinbouwers en veehouders...

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je kunt uitleggen wat landbouw is en de (intensieve) landbouw in Nederland kunnen beschrijven. 
  1. Akkerbouw
  2. Veeteelt
  3. Tuinbouw

Tot 1950 waren de meeste boerenbedrijven 
gemengde/combinatiebedrijven.
Dus zowel voedingsgewassen (planten) als landbouwhuisdoeren (dieren). 
Nu zijn de meeste bedrijven gespecialiseerd in 1 ding.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

-Je moet kunnen aangeven wat landbouw is en de (intensieve) landbouw in Nederland kunnen beschrijven. 
Akkerbouw: grootschalig, machinaal, altijd buiten




Tuinbouw: kleinschaliger, meer handmatig. Soms buiten, meestal in kassen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Akkerbouw
Graan
Aardappelen
Suikerbieten
Maïs

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tuinbouw - in de volle grond
Fruit
Bloembollen
Bloemen
Zaden 



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tuinbouw - glastuinbouw
Voordelen van verbouwen in kassen:

Gecontroleerde omstandigheden
Niet afhankelijk van seizoenen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tuinbouw - glastuinbouw
Nadelen:
Hoog energie verbruik (verwarming/ lampen)
10x zoveel energie per kg groente. 

Dus ook veel co2 uitstoot. 

Gevoelig voor ziekteverwekkers


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veeteelt
Intensieve veehouderij (bio-industrie). 

Weinig eigen grond, voer moet worden ingekocht (vaak geïmporteerd). 

Voordelen: gecontroleerd voer/ krachtvoer. Veel opbrengst van de dieren.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veeteelt
Nadeel
Niet dier vriendelijk.

Gevoelig voor plagen.

Mestoverschot: de dieren produceren veel meststoffen. Deze komen in het milieu terecht. 





Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe produceer je veel voedsel?
Met een monocultuur: groot gebied met 1 gewas...

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je kunt uitleggen wat de kenmerken zijn van chemische en biologische gewasbescherming en hoe dit invloed heeft op een voedselweb/keten.
Ziekten en plagen.

Insecten kunnen je oogst kaal vreten. 

Om gewassen en vee te beschermen maken 
boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische gewasbescherming
Met biociden: doden levende organismen

Voordeel:
Werken snel

Nadeel 1:
Zijn vaak niet erg selectief: doden ook 
niet schadelijke en nuttige organismen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chemische gewasbescherming
De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau, maar de hoeveelheid pesticide blijft gelijk. 

Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnenen kan ziek worden.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische landbouw: Vormen van landbouw die minder/ geen impact op het milieu hebben maar toch voldoende voedsel opleveren.

Gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen (niet giftig of zelfs dieren zoals sluipwespen)
Vruchtwisseling om te voorkomen dat ziekteverwekkers de kans krijgen.





Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

akkerbouw
tuinbouw
veehouderij

Slide 22 - Question de remorquage

3 soorten agrarische bedrijven
welke producten maken ze?
Wie produceren paprika's?
A
akkerbouwers
B
tuinbouwers
C
veehouders
D
vissers

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de gevolgen van de landbouw?
Door mest in de bodem verandert het landschap...

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diagram over het veranderende landschap in Nederland...

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ander gevolg van de landbouw:
meststoffen in het water
Waterbloei:
erg veel eendekroos en blauwalg...

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions