Rekenregels, rekentekens en afronden

Rekenregels, rekentekens en afronden
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Rekenregels, rekentekens en afronden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • Je kent de rekenregels die de volgorde van een bewerking aangeven.
  • Je kent de rekenkundige tekens die een vergelijking aangeven.
  • Je weet hoe je moet afronden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8 x 4 + 6 : 2 =

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

                                        Rekenregels
H = Haakjes wegwerken
M = Machtsverheffen
W = Worteltrekken
V = Vermenigvuldigen
D = Delen
O = Optellen
A = Aftrekken

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenregels: Hoe moeten wij van de onvoldoendes afkomen?
H = Haakjes wegwerken
M = Machtsverheffen
W = Worteltrekken
V = Vermenigvuldigen
D = Delen
O = Optellen
A = Aftrekken

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

8 x 4 + 6 : 2 =

8 x 4 = 32
6 : 2 =     3
32 + 3 = 35

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bereken.
7 x 9 - 7 x (3 + 2) =
A
56
B
280
C
28
D
70

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7 x 9 - 7 x (3 + 2)
7 x 9 - 7 x (3 + 2)
7 x 9 - 7 x 5
    63 - 7 x 5 
    63 - 35
    28

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rekenkundige tekens
+
-
x
:

...2

Dit zijn bewerkingstekens
die je tot nu toe bent
tegengekomen in sommen.

Deze tekens ken je al.
plus (positief)
min (negatief)
keer
gedeeld door
macht (kwadraat)
wortel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk teken hoort op de puntjes?

4 ... 2 = 2
A
+
B
:
C
-
D
x

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk teken hoort op de puntjes?

16 - ... 9 = 13
A
-
B
x
C
:
D

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vergelijkingen
=


<
>



.
is gelijk aan
is ongeveer gelijk aan
is niet gelijk aan
is kleiner dan
is groter dan
is kleiner dan of gelijk aan
is groter dan of gelijk aan

Slide 12 - Diapositive

Ezelsbrug: zie het groter/kleiner dan teken als de bek van een krokodil. De krokodil wil altijd het grootste getal opeten.
Welk teken hoort op de puntjes?

50.000 .... 115.000
A
<
B
>
C
=
D

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk teken hoort op de puntjes?

5,97 + 4,05 ... 10
A
<
B
>
C
=
D

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk teken hoort op de puntjes?

18 + 3 - 6 ... 12 + 3
A
<
B
>
C
=
D

Slide 15 - Quiz

Reken eerst de losse sommen uit. Vergelijk dan de antwoorden.
Afronden

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regels
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
Je kijkt alleen naar het eerstvolgende decimaal. De decimalen die daarachter staan, zijn niet van belang.

Dus 1,49 afronden op een
heel getal wordt 1.

Slide 18 - Diapositive

Het is dus niet goed om eerst 1,49 af te ronden naar 1,5 en vervolgens naar 2.
Geslaagd?

5,49

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions