Klas 1GTH unit 1 to be + vocab

Klas 1GTH unit 1 to be + vocab
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Klas 1GTH unit 1 to be + vocab

Slide 1 - Diapositive

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

He ____ very funny.
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 2 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

The shoes ____ white.
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 3 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

Susan _____ good at tennis.
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 4 - Quiz

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

His T-shirts ____ cool.
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 5 - Quiz

Schrijf de juiste vorm van 'to be' op:

I ________ convinced. (not)

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf de juiste vorm van 'to be' op:

_____ they in the house?

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf de juiste vorm van 'to be' op:

_____ Maggie your friend?

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf de Engelse vertaling op:

bril

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de Engelse vertaling op:

steil

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de Engelse vertaling op:

vaak

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de Engelse vertaling op:

beschrijven

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de Engelse vertaling op:

geschiedenis

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de Engelse vertaling op:

stil, rustig

Slide 14 - Question ouverte

De stof van vorige week ging .....
A
nog niet zo goed, ik moet nog meer oefenen
B
aardig, sommige dingen gingen goed, andere ga ik oefenen
C
heel goed. Ik had veel geleerd en kon de vragen beantwoorden
D
ik heb niet geleerd en geen opdrachten gemaakt

Slide 15 - Quiz