1 vmbo kgt New Interface Unit 1 Test prep quiz

Grammar & Words
New Interface - Unit 1

Practice quiz
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Grammar & Words
New Interface - Unit 1

Practice quiz

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Ik
Jij
Hij
Wij
Jullie
Zij (MV)
We
They
He
You
I
You

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

Vul in de juiste vorm van 'to be':
I ____ a student.
A
be
B
is
C
am
D
are

Slide 5 - Quiz

Vul in de juiste vorm van 'to be':
They _____ sitting at the dinner table.
A
be
B
is
C
am
D
are

Slide 6 - Quiz

Vul in de juiste vorm van 'to be':
____ he from a different school?
A
be
B
is
C
am
D
are

Slide 7 - Quiz

Vul in de juiste vorm van 'to be':
Bob and Dylan ____ not happy about it.
A
be
B
is
C
am
D
are

Slide 8 - Quiz

Vul in de juiste vorm van 'to be':
To ____ or not to ____, that's the question.
A
be
B
is
C
am
D
are

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Spel het getal in het Engels:
15

Slide 11 - Question ouverte

Spel het getal in het Engels:
42

Slide 12 - Question ouverte

Spel het getal in het Engels:
12

Slide 13 - Question ouverte

Spel het getal in het Engels:
87

Slide 14 - Question ouverte

Spel het getal in het Engels:
351

Slide 15 - Question ouverte

Spel het getal in het Engels:
17

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Wat moet er op het streepje komen?
You ______ so many different pens!
A
have got
B
has got

Slide 18 - Quiz

Wat moet er op het streepje komen?
He ______ a name, it's Jerry.
A
have got
B
has got
C
haven't got
D
hasn't got

Slide 19 - Quiz

Wat moet er op het streepje komen?
Cindy _____ very many hobbies.
A
haven't got
B
hasn't got
C
have not got
D
has not got

Slide 20 - Quiz

Wat moet er op het streepje komen?
________ enough time to get home?
A
Have we got
B
We have got
C
Has we got
D
We haven't got

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Welke Engelse letter rijmt op "day"?
A
B
B
E
C
T
D
A

Slide 23 - Quiz

Welke Engelse letter rijmt op "my"?
A
A
B
U
C
I
D
E

Slide 24 - Quiz

Wat is de tweede letter van het woord op het plaatje?
A
G
B
J
C
D
D
E

Slide 25 - Quiz

Welke letter kan de naam van deze man vervangen?
A
G
B
J
C
Y
D
I

Slide 26 - Quiz


Vocabulary
Vocabulary

Slide 27 - Diapositive

Schrijf de vertaling van dit woord op:
glasses

Slide 28 - Question ouverte

Schrijf de vertaling van dit woord op:
strange

Slide 29 - Question ouverte

Schrijf de vertaling van dit woord op:
other

Slide 30 - Question ouverte

Schrijf de vertaling van dit woord op:
swimming

Slide 31 - Question ouverte

Schrijf de vertaling van dit woord op:
furniture

Slide 32 - Question ouverte

Schrijf de vertaling van dit woord op:
exciting

Slide 33 - Question ouverte

Schrijf de vertaling van dit woord op:
classroom

Slide 34 - Question ouverte

Schrijf de vertaling van dit woord op:
library

Slide 35 - Question ouverte