Mavo 2 H1.3 Oefentoets Grammatica

Oefentoets
1.3 Grammatica
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets
1.3 Grammatica

Slide 1 - Diapositive

Ontleed zinsdelen: Tijdens het gesprek gaf de docent hem een compliment.

Slide 2 - Question ouverte

Ontleed zinsdelen: Hij vertelde haar het verhaal voor de derde keer.

Slide 3 - Question ouverte

Ontleed zinsdelen: Waarom hebben jullie dat aan hem gegeven?

Slide 4 - Question ouverte

Tijdens het gesprek gaf de docent hem een compliment.
Wat is gesprek voor woordsoort?
A
Werkwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

Tijdens het gesprek gaf de docent hem een compliment.
Wat is het voor woordsoort?
A
Voorzetsel
B
Lidwoord
C
Persoonlijk voornaamwoord
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quiz

Tijdens het gesprek gaf de docent hem een compliment.
Wat is hem voor woordsoort?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Lidwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

Hij vertelde haar het mooie verhaal voor de derde keer.
Wat is mooie voor woordsoort?
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Voorzetsel
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Quiz

Hij vertelde haar het mooie verhaal voor de derde keer.
Wat is keer voor woordsoort?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Persoonlijk voornaamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 9 - Quiz

Hij vertelde haar het mooie verhaal voor de derde keer.
Wat is vertelde voor woordsoort?
A
Lidwoord
B
Werkwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 10 - Quiz

Ze zette haar fiets in de fietsenstalling.
Wat is in voor woordsoort?
A
Werkwoord
B
Lidwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Voorzetsel

Slide 11 - Quiz

Ze zette haar fiets in de fietsenstalling.
Wat is haar voor woordsoort?
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Lidwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 12 - Quiz