Economisch beleid hoofdstuk 1 deel 2

EUROPESE
CENTRALE
BANK

deel 2
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

EUROPESE
CENTRALE
BANK

deel 2

Slide 1 - Diapositive

Kosteninflatie (aanbod)
kosteninflatie: oorzaak ligt aan de aanbodkant
  1. Kosten van produceren nemen toe. Bijvoorbeeld door stijgen van lonen of van grondstoffen, hogere belastingen, etc. 
  2. Om de winst te behouden, zullen bedrijven de prijzen laten stijgen. Oftewel: kosteninflatie.
     

Slide 2 - Diapositive

Bestedingsinflatie (vraagkant)
bestedingsinflatie: oorzaak ligt aan de vraagkant. 
  1. De bestedingen nemen toe, bijvoorbeeld omdat de overheid stimuleringsmaatregelen neemt
  2. Bedrijven gaan meer produceren (werkgelegenheid neemt toe) tot bereiken max productiecapaciteit
  3. Vraag stijgt, aanbod blijft hetzelfde: prijzen stijgen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Andere oorzaken inflatie
  • (Bestedingsinflatie)
  • (Kosteninflatie)
  • Winstinflatie
  • Importinflatie
  • Wisselkoersinflatie

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
  • Waarom verhoogt/verlaagt  ECB de rente
  • Hoe werkt het renteinstrument van de ECB?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Waarom doen ze dit?
  • Waarom verhoogt de ECB hier de rente?
  • Wat zijn de gevolgen? 

Slide 8 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Transmissieproces
  • Beoogde effect kost tijd! (1,5 - 2 jaar)
  • ECB werkt met inflatievoorspellingen (prognoses)
  • 'Gas- en rempedaal' economie, maar inflatie is altijd de doelstelling!

Slide 11 - Diapositive

Hoe werkt dat?
  • Waarom houden commerciële banken zich aan de rentetarieven van de ECB?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat is het doel van de ECB bij het verhogen van de rente?
A
Het stimuleren van de investeringen
B
Het verlagen van de inflatie
C
Het verhogen van de werkloosheid
D
Het versterken van de export

Slide 20 - Quiz

Hoe heet belangrijkste rentetarief van de ECB?
A
Hypotheekrente
B
Inflatierente
C
Spaarrente
D
Refirente

Slide 21 - Quiz