Taal: herhaling oefenen

Herhalen cursus 4 Taal
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhalen cursus 4 Taal

Slide 1 - Diapositive

Waarom spreken we van moedertaal en niet van vadertaal?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen tweede taal en een vreemde taal?

Slide 3 - Question ouverte

Dit gaat hem boven de ...
A
schoen
B
pet
C
hoed
D
macht

Slide 4 - Quiz

Betekenis?

Slide 5 - Carte mentale

Welke uitdrukking zie je hier?

Slide 6 - Question ouverte

Nederlands is een levende taal, omdat ...
A
Iedereen Nederlands blijft spreken in Nederland
B
De taal krijgt steeds nieuwe woorden erbij en oude woorden verdwijnen
C
Het leeft onder alle Nederlanders
D
De taal wordt levend gehouden door alle docenten Nederlands.

Slide 7 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
Een woord dat niet bestaat
B
een woord dat je nog moet betalen
C
een woord dat je tijdelijk gebruikt.
D
een woord dat is overgenomen uit een ander taal.

Slide 8 - Quiz

Wat is een tweede taal?
A
Engels
B
De taal die je leert naast je moedertaal
C
De taal die je leert op school
D
Straattaal

Slide 9 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Zo sterk zijn als een leeuw
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 10 - Quiz

Dat is een vreemde vogel.
Is dit letterlijk of figuurlijk
A
letterlijk
B
figuurlijk
C
letterlijk en figuurlijk

Slide 11 - Quiz

Vandaag moest ik ineens gapen,
is dat een teken dat ik nodig moet slapen?

mijn ogen zijn gewoon nog open,
terwijl mijn benen door de gangen lopen.

Lesgeven ben ik nu aan het doen,
dat doe ik natuurlijk voor de poen.

Slide 12 - Diapositive

Van welke rijm was hier sprake?
A
Eindrijm
B
alliteratie
C
assonatie
D
rijm

Slide 13 - Quiz

Met welke bouwstenen kunnen we Nederlandse woorden maken?

Slide 14 - Question ouverte

Karakters
A
Verzameling letters of tekens die je bij een taal gebruikt om te schrijven
B
tekens die een klank of een begrip weergeven

Slide 15 - Quiz

Zo doof als een ...
A
aal
B
duif
C
kwartel
D
pauw

Slide 16 - Quiz

Wat is de overeenkomst tussen Egyptische hiërogliefen en emoji’s?

Slide 17 - Question ouverte

Wat zijn de voordelen van beeldtaal?

Slide 18 - Carte mentale

Iemand die veel spelfouten maakt, heeft waarschijnlijk dyslexie.

A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Iemand met dyslexie moet veel lezen om ervan af te komen.

A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz