Les 5 cognitieve ontwikkeling

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Doelgroepen les 5
Blok 3

Hoe voel je je?

😒🙁😐🙂😃

Lesdoelen

Aan het eind van deze les kan je:

• Je kennis testen in een quizje
• De belangrijkste kenmerken benoemen over de manier waarop kinderen van 0 tot 2 jaar leren
• In je eigen woorden uitleggen wat de begrippen van paragraaf 2.4, 4.1 en 4.2 inhouden

Huiswerk nakijken

• Paragraaf 2.4
• Paragraaf 4.1

Bij welke hersenhelft horen de begrippen: zoeken, volgorde, lijnen, tijd, woorden, regels

1. Linker
2. Rechter

Welke zintuigen zijn er?

Sabbelen en imiteren (0-2 jaar)

• Baby heeft reflexen
• Ontdekken via sensomotorische fase (Piaget)
• Imiteren 

8 tot 12 maanden 

• Baby kan gebeurtenissen voorspellen

Sabbelen en imiteren (0-2 jaar)

12 tot 18 maanden

• Experimenteren= iets proberen
• Dreumes experimenteert met gedrag om nieuwe ervaringen op te doen
• Objectpermanentie ontwikkelt verder: zoeken naar voorwerp

Objectpermanentie

Sabbelen en imiteren (0-2 jaar)

18 maanden - 2 jaar:

• Mentale representatie: Je in kunnen beelden hoe iets eruit zou kunnen zien
• Kind kan echt nadenken over problemen

Tussen fantasie en werkelijkheid (2- 4 jaar)

• Preoperatonele fase (Piaget) herkennen: kind is de wereld aan het ordenen en benoemen
• Animistisch: kinderen van 3 jaar geloven dat voorwerpen kunnen denken en gevoelens hebben
• Magisch denken: Onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid is nog moeilijk

De wereld willen begrijpen (4-6 jaar)

• Preoperationale fase
• Samen lezen is goed voor de cognitieve ontwikkeling
• Begrijpen oorzaak - gevolg wordt beter
• Vaker logisch redeneren
• Centratie: kleuter kan aandacht focussen op één factor van een probleem

Voor 4 tot 6 jaar is speelgoed wat te maken heeft met snelheid en zwaartekracht goed. Noem een aantal voorbeelden

Conversie

Kinderen oordelen op wat ze op dat moment zien en geven daar betekenis aan

Opdracht:

Noteer de vetgedrukte leeftijdsfasen

Noteer vervolgens de blauwe woorden die bij de leeftijdsfasen horen en werk deze kort en bondig uit

Inleveren in Teams

Benoem wat je geleerd hebt tijdens deze les aan de hand van begrippen

Aan de slag met het levensboekje

Nu tijd voor het levensboekje, ga er maar mee aan de slag!

Tijd afspreken om weer terug te komen in de les

Hoe ver ben je met je levensboekje?

1. Niet begonnen
2. Een beetje ver
3. Heel ver
4. Hij is af

Afronden

Werkboek hoofdstuk 4.2 maken

Tot volgende week!