Scholing werkbegeleiding les 3

Wat voor soort werkbegeleider ben jij?
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
MBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Wat voor soort werkbegeleider ben jij?

Slide 1 - Diapositive

inhoud

  • Welk type werkbegeleider ben jij? 
  • Leiderschapstesten
  • Actief luisteren vanuit de motiverende gespreksvoering  
  • Feedback geven en ontvangen
  • Slechtnieuwsgesprek 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat vind jij prettig van jou WB

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

* Taakgericht leiderschap; de manager die gelooft dat medewerkers van nature lui en ongemotiveerd zijn hanteren veelal een meer instruerende en vaak zelfs een autoritaire leiderschapsstijl. De manager geeft richtlijnen en instructies aan de medewerkers hoe zij hun werk moeten uitvoeren. En de manager controleert of de instructies zijn opgevolgd.

 

* Mensgericht leiderschap; de manager die gelooft dat medewerkers van nature gemotiveerd zijn en in staat zijn om zichzelf continu verder te ontwikkelen geeft medewerkers de ruimte voor eigen initiatief en creativiteit. Begrippen als betrokkenheid, participatie, coaching en persoonlijke ontwikkeling staan in deze managementstijl centraal. 

Slide 10 - Diapositive

Taakvolwassenheid
Hersey & Blanchard stellen dus dat er niet één leiderschapsstijl de beste is. De effectiviteit van een stijl hangt af van de taakvolwassenheid van het team en/of de medewerker. Een gemotiveerde medewerker met veel ervaring, kennis en kunde stuur je nu eenmaal anders aan dan een schoolverlater die graag wil starten maar over weinig kennis en ervaring beschikt. Afhankelijk van:
Deskundigheid (kunnen) > de kennis, ervaring en vaardigheden van de medewerker. De mate van kennis, ervaring en vaardigheden van een medewerker bepaalt of een medewerker een specifieke taak zelfstandig kan uitvoeren.
Motivatie (willen)> de mate van betrokkenheid van de medewerker bij het uitvoeren van die taak. En op de bereidheid van de medewerker om verantwoordelijkheid te nemen voor het uitvoeren van deze taak.   



Slide 11 - Diapositive

volwassenheidsniveaus

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Gespekstechnieken

Slide 14 - Diapositive

Actief luisteren vanuit de motiverende gespreksvoering



Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Welke vraag is een open vraag?
A
Heb jij ook zo'n leuke dag vandaag?
B
Hoe voel je je?
C
Vind je deze broek leuk of stom?
D
Wat bedoel je daarmee?

Slide 17 - Quiz

Wanneer je actief luistert dan...
A
luister je alleen naar het verhaal
B
hoor je wat iemand zegt
C
kijk je naar de emotie bij de spreker
D
let je alleen op de non verbale signalen

Slide 18 - Quiz

LSD
luisteren: met je oren en je ogen
samenvatten: herhalen wat je hebt gehoord
doorvragen: een open vraag stellen, omdat je meer wilt weten

Slide 19 - Diapositive

0

Slide 20 - Vidéo

Van vaag naar concreet

Slide 21 - Diapositive

Wat is concreet?

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Feedback: wat is het?

  • Een reactie op het gedrag of het werk
  • Een top: het gedrag of het werk is goed. Je krijgt of geeft  een compliment
  • Een tip: het gedrag of het werk kan jij of de ander verbeteren

Slide 24 - Diapositive

Voordelen feedback op de werkvloer
  • Je leert als team
  • Je haalt betere resultaten
  • Werkt effectief samen: 
       - bent open naar elkaar
       - je weet wat je aan de anderen hebt
       - je kent elkaars verwachtingen

Slide 25 - Diapositive


Als je iemand feedback geeft, dan zeg je wat je vindt van het  gedrag of werk van de ander. 





Slide 26 - Diapositive

Regels van feedback 

1e     IK = zie, hoor, merk .......... (= waarneming)
2e     IK = vind het ......omdat ....... (= gevoel + motivatie)
3e     IK = zou graag willen dat ........ (= advies, wens) 
JIJ = wat vind jij? ........ (= in gesprek) 

Slide 27 - Diapositive

  • Het doel van feedback geven is dat de ander hiermee zijn gedrag of werk kan verbeteren. Twee elementen:
concreet  voorbeeld + gewenst resultaat

Voorbeeld:
Gasten staan lang bij de balie te wachten, omdat je eerst de gesprekken aan de telefoon afhandelt. Ik adviseer je om eerst de gasten aan de balie te helpen. 




Slide 28 - Diapositive

Tips feedback ontvangen
  • Luister zorgvuldig 
  • Stel je open voor informatie 
  • Stel vragen ter verduidelijking 
  • Denk na over jouw reactie 


Slide 29 - Diapositive

Slechtnieuwsgesprek 

Slide 30 - Diapositive

Waar denk je aan bij slechtnieuwsgesprek?

Slide 31 - Carte mentale

Verloop slechtnieuwsgesprek 
 Volg de volgende stappen:

1. Bereid het gesprek voor
2. Korte inleiding
3. Val met de deur in huis
4. Geef hooguit twee argumenten
5. Laat de ander reageren / stoom afblazen
6. Toon medeleven / help met verwerken
7. Herhaal argumenten en vat samen
8. Bespreek vervolgacties en oplossingen

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive