HEY 4.3 Moleculaire stoffen mengen deel 1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4.3 Moleculaire stoffen mengen

Vandaag

Je leert waarom sommige stoffen wel mengen en andere niet.

Je leert wat verzadigde en onverzadigde oplossingen zijn en hoe je een ijklijn gebruikt.

Moleculaire stoffen mengen

Moleculaire stoffen kun je onderverdelen in hydrofiele en hydrofobe stoffen.

• Hydrofiele stoffen mengen goed met water omdat hydrofiele stoffen OH en NH groepen bevatten. Ze kunnen waterstof- bruggen vormen met water.
• Hydrofobe stoffen mengen slecht met water omdat hydrofobe stoffen geen OH en NH groepen bevatten. Ze kunnen geen waterstofbruggen vormen met water.
• Voor het mengen van vloeistoffen geldt:                               SOORT ZOEKT SOORT

Moleculaire stoffen mengen

Moleculaire stoffen mengen

1. Polair lost op in polair
2. Apolair lost op in apolair

• Bij mengen breken altijd:

1. Vanderwaalsbindingen

• Bij polaire stoffen breken ook:

1. dipool-dipoolbindingen
2. waterstofbruggen

oplosbaarheid

een andere stofeigenschap is oplosbaarheid.

Oplosbaarheid zegt iets over hoe goed de stof oplost in water

Oplosbaarheid

• Hoeveel gram van stof maximaal  kan oplossen in 1 L water van bepaalde temperatuur.
• Stoffen die goed oplossen hebben hoge oplosbaarheid.
• Stoffen die slecht oplossen hebben lage oplosbaarheid.

Tabel 4.22

oplosbaarheid en temperatuur

Bij vaste stoffen en vloeistoffen (suiker, keukenzout, alcohol):

Hoe HOGER de temperatuur, 

hoe MEER van de vaste stof of vloeistof oplost in water

Bij gassen (chloorgas (Cl2), zuurstof, CO2):

Hoe HOGER de temperatuur, 

hoe MINDER van het gas oplost in water

aantekening voor later

leren!

IJklijn

Waarden van onderzoek 
uitzetten in diagram, 
vervolgens lijn door punten
trekken = ijklijn 

Aan de slag

4.3 Moleculaire stoffen mengen lezen

Maken opdr. 24, 25, 26, 27, 28, 30, 31, 33

Nakijken

Tip: maak een begrippenlijst of samenvatting