HAVO Ecologie - Bs 1, 2 & 3

Thema 7: 
Ecologie en milieu
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Thema 7: 
Ecologie en milieu

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de organisatieniveaus van groot naar klein
1
2
3
4
5
biosfeer 
ecosysteem
soort
populatie
organisme

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bs 1 - Leerdoelen
1) Je kunt biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen
2) Je kunt de invloed van de belangrijkste abiotische factoren op organismen beschrijven
3) Je kunt veranderingen van abiotische en biotische factoren beschrijven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Al deze factoren hebben invloed op het leven van (bijv.) een koe. 
Welke factoren zijn biotisch en welke abiotisch? 
ABIOTISCHE FACTOR
BIOTISCHE FACTOR
Zonlicht
Temperatuur
Planten
Soortgenoten
Water
Ziekteverwekkers
Wind

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een biotoop?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is een verband tussen de tolerantie en het verspreidingsgebied van een soort.

Bekijk de afbeelding. Welke soort heeft het grootste verspreidingsgebied?
A
soort A
B
soort B
C
soort C
D
soort D

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tolerantie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tolerantie + beperkende factor
  • een soort heeft voor een abiotische factor zijn eigen kenmerkende tolerantiegebied.
  • dit tolerantiegebied bepaalt het verspreidingsgebied (= gebied waar soort voorkomt)
  • je kunt per soort en per abiotische factor een optimumkromme maken met: Minimum / optimum / maximum - waarde  
  • Beperkende factor= de abiotische factor die het verst van de optimumwaarde ligt

Slide 9 - Diapositive

samenvattend 


Wat is de beperkende factor bij verlichtingssterkte 3?
A
zuurstof
B
licht
C
CO2
D
temperatuur

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beperkende factor bij verlichtingssterkte 8?
A
zuurstof
B
licht
C
CO2
D
temperatuur

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bs 2 - Leerdoelen
1) Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden
2) Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat wordt bedoeld met concurrentie. Maak eventueel gebruik van een voorbeeld.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is symbiose?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Concurrentie
Competitie / strijd
Kan plaatsvinden tussen soortgenoten (intraspecifiek) --> verhoogd de selectiedruk 
Maar ook tussen verschillende soorten (interspecifiek)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Coöperatie (binnen de soort)

Bescherming
Verdediging
Paarvorming
Voedsel

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kreeft die gebruik maakt van een leeg slakkenhuis van een wulk is een voorbeeld van commensalisme.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De koolplant scheidt een stofje uit dat sluipwespen aantrekt. Sluipwespen leggen eieren in de rupsen die de koolplant op eten.
A
Mutualisme en parasitisme
B
Mutualisme en commensalisme
C
Commensalisme en parasitisme
D
Mutualisme, commensalisme en parasitimse

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De populatiedichtheid is onderheving aan terugkoppeling.
Sleep de invloeden naar de juiste plek in het terugkoppelings-schema
afname van predatie
afname van voedselbeschikbaarheid
toename van concurrentie
toename van draagkracht van het ecosysteem

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Populatiedynamiek

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de draagkracht van een ecosysteem?
A
Het aantal dieren in een bepaald gebied
B
De maximale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden
C
Alle organismen in een bepaald gebied
D
De minimale populatiegrootte die een gebied kan onderhouden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Optimale omstandigheden
Groei van populatie is zichtbaar te maken in grafiek.

Draagkracht van ecosysteem is belangrijk voor grootte.
- Exponentiele groei (J)
- Begrensde groei (S)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overschrijden van draagkracht
Als de draagkracht wordt overschreden, zal de populatie een periode van sterfte doormaken

Uiteindelijk kan:
1) de populatie zich herstellen tot de oorspronkelijke draagkracht
2) Een nieuw evenwicht ontstaan bij een lagere draagkracht
3) De populatie verdwijnen uit het gebied

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exoten
Exoten: soorten afkomstig uit een ander gebied die zich vestigen in een ecosysteem

Invasieve exoot: brengt een ernstige verstoring teweeg in het ecosysteem

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van exoten in Nederland

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het langdurig samenleven van organismen van verschillende soorten
bij een plaag
invloeden uit de levenloze natuur
De maximale populatiegrootte in een ecosysteem
Vermogen schommelingen in abiotische factoren te verdragen
Samenlevingsvorm waarbij allebei de soorten voordeel hebben
Abiotische factor die bepaalt of een soort kan overleven in een gebied
Draagkracht
Tolerantie
Beperkende factor
Exponentiële groei
Symbiose
Mutualisme
 Abiotische factor

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bs 3 - Leerdoelen
1) Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken binnen een ecosysteem beschrijven
2) Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselrelaties
In een ecosysteem zijn verschillende voedselrelaties.
Die zie je terug in een voedselketens en voedselweb.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een correcte voedselketen

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedselweb
Voedselweb is een combinatie van voedselketens

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekenen de pijlen in het voedselweb?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingswijze kan heterotroof of autotroof zijn... wat is het verschil?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

T8
Producent
Consument 1ste orde 
Consument 2de orde of hoger
Consument 1ste orde
Producent
Producent
Consument 2de orde of hoger

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak 16 & 17 
(blz.140)

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Piramides
In de biologie kennen we 2 piramides:
- Piramide van aantallen
-Piramide van biomassa

Je moet ze goed uitelkaar kunnen houden!

In een piramide staat een voedselketen van onder naar boven

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Piramiden van Biomassa
Een piramide van biomassa heeft altijd de vorm van een piramide

De producenten maken namelijk de organische stoffen, en deze organische stoffen worden uiteindelijk door alle organismen in de voedselketen gebruikt voor dissimilatie tot er niets meer over is.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een piramide van aantallen hoeft géén piramidevorm te hebben.

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak 18 t/m 21

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions